34 w7 0 4 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van pensioengrondslagen. Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt besloten overeenkomstig net voorstel van burgemeester en wethouders. Voorstellen van Burgemeester en Wethouders betreffende verzoeken om subsidies van: a. Bestuür~van de Cursus voor Maatschappelijk Werk te Vught b. R.K.Matigheidsbeweging "Sobrietas"; c. Stichting Studie-Centrum Wegenbouw; Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester en V/ethouders. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende een aanvraag om restitutie van de pachtsom voor een kermis- standplaats. Be Voorzitter zegt, dat de omstandigheden ertoe geleid hebben, dat restitutie wenselijk lijkt. Met algemene stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een nieuw reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad. Be Voorzitter vraagt of wellicht een der leden wenst over te gaan tot het houden van algemene beschouwingen. Be heer v.d.Wijgerd zegt, dat zulks niet zijn bedoeling is doch dat hij toch graag met betrekking tot een viertal punten nadere toelichting zal verkrijgen .Hij leest vervol gens Art. 2 voor en vraagt daarna of ook de Raad een ver gadering bijeen kan roepen. In antwoord hierop zegt de Voorzitter, dat Art. 46 van de Gemeentewet luidt als volgt: "Be Raad vergadert jaarlijks ten minste zes malen en "voorts zo dikwijls de Burgemeester, of Burgemeester en "wethouders het nodig oordelen, of het in gemeenten be- "neden de 20000 zielen door drie, in de overige gemeen- "ten door een vijfde der leden schriftelijk, met opgave "van redenen, wordt gevraagd." Hieruit blijkt derhalve, dat wanneer 3 raadsleden zulks nodig achten een raadsvergadering kan worden aangevraagd Be heer v.d.Wijgerd zegt, dat art. 46 aan hem bekend was, maar hij vraagt zich slechts af of art. 4 van het regle ment dan wel volledig is. Wethouder Oomen zegt hierop, dat in ieder geval de Gemeentewet van kracht blijft. Het reglement is slechts een aanvulling, aangepast aan de lokale situatie, waaraan de Voorzitter toevoegt, dat het reglement dus een verbijzondering is van de Gemeente wet .Vervolgens stelt de heer v.d.Wijgerd art.9 sub 5 aan de orde. Hij leest dit artikel voor en vraagt dan of ver melding van de namen der leden, die aan een stemming hebben deelgenomen, alleen dient plaats te vinden bij mondelinge stemmingen en niet bij schriftelijke. Be Voor zitter antwoordt hierop, dat zulks in beide gevallen moet plaatsvinden. Wethouder Oomen voegt hier nog aan toe, dat vermelding van de namen van leden, die aan een stemming hebben deelgenomen uiteraard alleen bij een mondelinge stemming kan plaatsvinden, aangezien bij S°msom- 17192 II

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 346