22
dat het verkieslijker is een niet sluitende begroting
te hebben, omdat in een dergelijk geval het rijk dan
wel aanvullend zal moeten optreden, dan moet ik deze
mening toch bestrijden,,
Wanneer immers deze situatie zich zou voordoen, zou zulks
ongetwijfeld betekenen, dat het Ministerie van Financiën
zich intensief met het begrotingsbeleid gaat bezighouden.
Uw raad zou hier zeker niet gelukkig kunnen zijn.
Spreker hoopt tenslotte met deze korte uiteenzetting
antwoord te hebben gegeven op de door de heer Vries
te dezer zaken gestelde vraag.
De Voorziiter dankt hierna de spreker voor zijn betoog
en vraagt of de heer de Vries door dit antwoord te vre-
den is gesteld. De heer de Vries antwoordt hierop be
vestigend.
Rondvraag
De Voorzitter vraagt wie van de raadsleden van de rond
vraag gebruik wil maken. Achtereenvolgens zijn dat de
heren de Vries en van Pelt.
De heer de Vries, die in eerste instantie het woord ver
krijgt, deelt mede dat door collega raadslid Backx in
een vorge vergadering de aandacht is gevestig-d op het
Bergse Pad. Door wethouder van der Veeken is daar een
korte uiteenzetting over gegeven. Thans is evenwel ge
constateerd, aldus de heer de Vries, dat in die weg een
gat zit, waarin een zwarte volkswagen is gerold. Hij
verzoekt of aan deze gevaarlijke wegsituatie op korte
termijn iets kan worden gedaan.
De tweede vraag die het raadslid de Vries stelt is, of
er nog wat meer aan de public relations kan worden ge
daan, door b.v. aan het publiek koffie aan te bieden
tijdens vergaderingen zoals deze die lang duren. De zaak
zou dan even geschorst kunnen worden om voor het publiek
een kop koffie in te schenken. Het lijkt hem n.l. een
goede zaak om een kleine consumptie aan te bieden.
Het raadslid van Pelt, die hierna het woord verkrijgt,
zegt dat de keien komende uit de St. Josephstraat en in
de bermen van de Vraggelse Baan opgestapeld, daar zeer
gevaarlijk liggen, -^ij tegemoetkomend verkeer kan daar
niet worden uitgeweken. Vooral 's avonds is dit in de
bochten zeer gevaarlijk. Hij verzoekt of hierin op korte
termijn verandering kan worden gebracht.
Op de eerste door de heer de Vries gestelde vraag ant
woordt wethouder van der Veeken, dat inderdaad het Berg
se Pad in 'n vorige vergadering aan de orde is gewwest.
De vraag is daarbij opgeworpen van wie is deze weg? Van
het waterschap of van de gemeente. Is hij eigendam van
het waterschap of van de gemeente en in hoeverre, of
behoort hij tot de percelen van de aangrenzende eige
naren. Als men daar drie mensen over spreekt, hoort men
bij wijze van spreken, aldus de heer van der Veeken,
drie verschillende meningen. Elk jaar wordt door het
polderbestuur toegezegd om te laten uitzoeken van wie
deze weg is. Tot dusver is daar nog niets van gekomen.
Toevallig, zo zegt spreker, heeft ook hij gezien, dat in
het Bergse Pad een gat is gespoeld. Werkzaamheden ter
plaatse aan de riolering die daar lek is zijn opgedra
gen door het polderschap. Overeengekomen is om de daaruit
voortvloeiende kosten gezamenlijk te betalen
Met de heer dde Vries is spreker van mening dat aan dit
gat zo spoedig mogelijk iets moeten worden gedaan. Met
de belofte van de Voorzitter van het polderbestuur om te