O
(zie besluit in dossiers -2.07.352.18).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van de gemeente-begroting, dienst 1966.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders.
(zie besluiten in dossier-2.07.352.11
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik
baar stellen van een crediet t.b.v. het aankopen etc.
van twee voorwaarschuwingssignalen.
Be Heer D. van de Wi.jgerd merkt op, dat zijns inziens
beveiliging op meer punten in de gemeente nodig is, bijv.
kruispunt Oosterhoutseweg-Hoolstraatj-Moleneind, voorts
nabij de scholen. Bovendien, zo zegt hijontbreken op
de Oosterhoutseweg de aanduiding: Rijwielpad en 50 Ion,
terwijl ook hier en daar geen doorlopende streep meer
aanwezig is.
Be Voorzitter zegt de heer van de Wijgerd toe, dat hij
een en ander zal doen nagaan.
Hierna wordt met algemene stemmen besloten overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethouders.
Rondvraag.
Be Heer A. Oomen stelt aan burgemeester en wethouders
de navolgende vragen
1. a. Was aan burgemeester en wethouders iets bekend
over een plan tot annexatie ten behoeve van de
gemeente Breda, vóórdat dit ons via de pers bekend
werd, en vóórdat dit door een mededeling in de
Troonrede werd bevestigd?
b. Welke instantie heeft het plan aanhangig gemaakt,
de Gemeente Breda, Gedeputeerde Staten of de Kroon?
2. Is bedoeld plan naar de mening van burgemeester en
wethouders een gevolg van het falen van het interge
meentelijk overleg, dat plaats vond in het overleg
orgaan der gemeenten met en rond Breda?
3. Achten burgemeester en wethouders een intergemeente
lijk overleg, in alle opzichten zinvol, als blijkt
dat bereikte overeenkomsten van gemeenteraden (Breda,
Prinsenbeek, Terheijden,worden teniet gedaan?
4. a. Zijn burgemeester en wethouders van mening, dat
het doortrekken van een verbindingsweg door onze
gemeente, met een spoorlijn Breda (Breda-Utrecht)
zoals op voorlopige kaarten gesitueerd, voor onze
gemeente, en speciaal voor de agrarische bevolking
zou betekenen dat zij ernstig in haar bestaans
mogelijkheid wordt bedreigd?
b. Wat meent men te kunnen doen om deze schade te
voorkomen, of althans zo klein mogelijk te doen
zijn?