4/4 Samsam. 17192 ii De Voorzitter besluit tenslotte deze discussie met de woorden: ""Het college zal aldatgene doen, wat gedaan kan worden, tot het uiterste toe" Hierna vraagt de Heer D.van de Y/ijgerd het woord. Hij zegt, dat hij in de "Kerkbode" gelezen heeft, dat er toezicht op de sportvelden uitgeoefend gaat worden. Hij is hier zeer verheugd over, doch wil graag twee vragen stellen: 1Hebben burgemeester en wethouders ook andere personen dan de thans aangestelde benaderd? 2. Nu er in de gegeven omstandigheden geen toezicht ge houden kan v/orden vóór en na schooltijd en tijdens de vacanties, welke maatregelen denken burgemeester en wethouders voor die tijdstippen te nemen? Wethouder Oomen antwoordt hierop, dat spreker nu niet moet stellen, Jat hij uit de kerkbode heeft moeten ver nemen, dat er toezicht op het sportveld uit geoefend gaat worden. Hij verwijst hierbij naar de begrotingswij ziging, die te dezer zake door de Gemeenteraad is vast gesteld. Over personen, zo vervolgt hij, ga ik in het openbaar niet spreken. Wij achten de aangestelde persoon het meest geschikt. Inderdaad kan niet de gehele dag toe zicht uitgeoefend worden. Maar dat kan ook nooit de be doeling geweest zijn. Wanneer men weet, welk bedrag uit getrokken is, dan kan van een full-time job nimmer sprake zijn. De bedoeling was allereerst de avonduren te sane ren. Bovendien is er vóór en nó4chooltijd altijd nog wel onderwijzend personeel, dat een oogje in het zéil houdt. De Heer van de Wijgerd vraagt zich toch af, wat er tegen ordeverstoringen en vernielingen nu in feite gedaan kan worden. Het resultaat ziet hij met niet veel vertrouwen tegemoet. Naar zijn mening zal er ook overdag toezicht moeten komen. Zou daar nu werkelijk, zo vraagt hij zich af, geen invalide of gepensioneerde voor te Vinden zijn? Wethouder van der Veeken zegt, dat de ervaring hem heeft s geleerd, dat baldadigheden het meest in de avonduren voorkomen. Dat heeft hij zelf meermalen geconstateerd. Het is, zo zegt hij, beslist ondoenlijk om de gehele dag iemand op het sportveld te hebben om toezicht te houden. De Heer van de Wijgerd verklaart zich tenslotte door de gegeven toelichting niet tevreden gesteld, waarna de Voorzitter de vergadering sluit met de christelijke groet Opgemaakt 4 oktober 1966. Burgemeester cretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 414