3êO Bij het einde van iedere Nieuwjaarstoespraak past het mij altijd, mijn dank uit te spreken. Allereerst wil ik deze uitspreken tot U Heren van de Raad - speciaal de wethouders - betuig ik mijnerzijds wederom mijn dank voor de prettige samenwerking, voor de hartelijke verstandhouding, zowel in het persoonlijk als zakelijke vlak ondervonden. Ik hoop, dat dit alles ook in 1966 bestendigd zal mogen blijven. Een v/oord van hartelijke dank, ook aan de Heer Gemeente secretaris. Wij zijn allen bijzonder verheugd, dat hij na enige maanden van gedwongen absentie, v/aarin hij een zware operatie heeft moeten ondergaan, gezond en wel in ons midden heeft kunnen terugkeren en wederom de lei ding van de Secretarie op zich heeft kunnen nemen. Een bijzonder woord van dank wil ik ook uitspreken tegen over de heer Mertens, onze vol ijverige loco-secretaris, die op voortreffelijke wijze de heer Meuwese tijdens af wezigheid heeft vervangen. Ook U,mejuffrouw, Mijne Heren van de Gemeente-secretarie, zeg ik dank voor al wat IJ in dienst van de gemeente hebt gepresteerd. Veel hebben wij van IJ gevergd, wellicht zal dit in de toekomst nog meer moeten zijn. Prettig is het ieder jaar ook de gemeentearbeiders in dit kader te mogen bedanken voor het vele en vaak moeilijke, dat zij voor de gemeente op een geheel ander terrein pres teerden. Heel veel dank ook aan de heren van Bouv/- en Y/oningtoe- zicht, de heren Pijnenburg en de Kanter. Met voldoening en dank wil ik nog even memoreren het vruchtbare initiatief van degenen, die onze plaatselijke bibliotheek in een nieuwe Stichting in oprichting onder brachten en daaraan een nieuw aangezicht hebben gegeven. Y/ij vierden met het Missiehuis van de Paters van S.Y.D. zijn 50 jarig bestaan in Teteringen. Onzerzijds v/erd een yraardige offerschaal aangeboden ter opluistering van de viering van de Eucharistie. Inv/oners, deze paters, die wij ook door hun steun in het godsdienstig leven van ons dorp voor geen geld zouden willen missen. Y/ellicht zal er in de toekomst nog gelegenheid zijn om onze sportieve krachten met de hunne te meten, zoals wij dat bij hun schitterend feest in het afgelopen jaar hebben kunnen doen. Ik wil eindigen met de wens uit te spreken, dat op ons allen en onae gehele gemeenschap Gods onmisbare zegen mogen rusten. Hierna vraagt de heer Chr.van Beek het woord. Hij zegt het volgende: Ik ben U zeer erkentelijk voor de goede wensen aan ons adres gericht. Gaarne wens ik namens de Raad de leden van het College van Burgemeester en Y/ethouders voor 1966 alle goeds toe. De toekomst van dit forensendorp staat of valt met de mogelijkheden tot bouwen in de vrije sector. Gaarne vraag ik Uw College alles in het werk te stellen tot het verkrijgen van meer rijksgoedkeuringen in die sector. De wegen in de gemeente hebben in 1965 een zeer goede beurt gehad, hetgeen tot grote tevredenheid strekt. Het Overlegorgaan is voor ons van zeer groot belang. Ik hoop van harte, dat dit overleg goede vruchten zal af werpen. Tenslotte wil ik niet nalaten er de aandacht op te vestigen, dat de Raad een goede samenwerking met het gehele gemeentepersoneel, zoals die in 1965 heeft bestaan, op hoge prijs stelt. Ik mag dan besluiten nogmaals te danken voor Uw goede wensen. Samssm. 17192 n

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 360