43,1 Ssmssm. 17192 ii riolering in de Hoge Vugt door de gemeente Breda ten behoeve van de aansluiting van onze riolering op het rioleringsstelsel van die gemeente een crediet beschik baar gesteld van f.66.000. Aangezien deze extra kosten reeds door de gemeente Breda zijn gemaakt, zal dit bedrag in 1967 moeten worden betaald De kapitaalslasten, die uit dit object voortvloeien, zul len een bedrag van f.6820.belopen (zie 2e wijziging van de begroting 1967), zodat op "onvoorzien" dan nog ifl resteert f.22.099.05 (zie ad 1) - f.6820.f.15.279.05. Wij stellen IJ voor thans mede over te gaan tot vaststel ling van de 2e begrotingswijziging 1967, die wij voor U ter inzage hebben gelegd. |Ad 3. Zoals Uwe raad bekend, werd in 1953 voor de gehele gemeen te een rioleringsplan opgesteld. Voor dit plan is in prin cipe subsidie toegezegd door de rijksdienst voor de Aan vullende Werkgelegenheid onder bemerking, dat de defini tieve subsidietoezegging eerst zou worden verstrekt, in dien de landelijke werkgelegenheidssituatie zulks zou wettigen. Het subsidie zou bedragen 75van de onrenda bele kosten, hetgeen inhoudt: 75$ van de investering, verminderd met de gekapitaliseerde opbrengst van een dan te heffen rioolbelasting. Aangezien echter Gedeputeerde Staten toen van oordeel waren, dat deze gemeente niet in staat moest worden geacht 25$ van de onrendabele kos ten voor eigen rekening te nemen, zal, wanneer de concrete situatie zich voordoet,nader worden bezien, of verhoging van het subsidie noodzakelijk is. Zoals U via de pers hebt kunnen vernemen, zal door het rijk een bedrag van f.4.500.000.beschikbaar worden gesteld voor aanvullende werkgelegenheid in West-Brabant. Zodra ons dit bekend was, hebben wij ons tot de Rijksdienst voor de Aanvullende Werkgelegenheid te s-Hertogenbosch gewend met verzoek om inlichtingen. Uit dit contact is komen vast te staan, dat het plan, zoals dit indertijd ontworpen is, ter subsidiëring is voorgelegd aan de P.C.W. (Provinciale Commissie Werkgelegenheid). Mocht slechts voor een gedeelte subsidiëring mogelijk zijn, dan is door ons de hoogste prioriteit verleend aan phase IY Oosterhoutseweg aan beide zijden) en dat gedeelte van phase III, dat het Moleneind omvat. Wij kunnen thans nog niet stellen, dat het plan, geheel of gedeeltelijk, kan worden uitgevoerd. Wel noodzakelijk is het naar onze me ning, dat er thans bij de begroting van wordt uitgegaan, i dat de mogelijkheid daartoe niet is uitgesloten, reden waarom wij dan ook menen, dat hiervoor gereserveerd dient te worden. Hoe groot dit te reserveren bedrag is, kan door ons niet worden becijferd. De ons ten dienste staan de gegevens immers dateren van medio 1955. Bovendien moeten de bestekken door hier en daar gewijzigde situa ties worden aangepast. De thans voor dit doel nog aanwezige ruimte is echter naar onze mening meer dan voldoende. Ten aanzien van het nog beschikbare bedrag op "onvoorzien" ad f.15.279.05 gaan wij er van uit, dat dit bedrag slechts in zoverre mag worden aangetast, dat de uitvoering van dit riolerings plan niet in gevaar wordt gebracht. i/Vanneer wij er in zouden slagen deze drie objecten in 1967 te realiseren, zou, menen wij, er weliswaar reden zijn tot voldoening, maar nog niet tot tevredenheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 435