Mijne Heren leden van de Raad, alvorens de algemene be schouwing over de begroting 1967 aan de orde te stellen, moge ik tot U nog even een kort persoonlijk woord richten Het is mij een behoefte (allereerst) namens het Gemeen tebestuur dank te orengen aan de heren ter secretarie, die, naar het mij wil voorkomen in betrekkelijk korte tijd op voortreffelijke wijze ons nog voor de jaarwisse ling in staat gesteld hebben, hoewel zij gehandicapt waren door de langdurige afwezigheid wegens ziekte van de secre taris, de begroting 1967 met Uw raad te bespreken. Ik ben er mij van bewust, dat met de opsomming in de bij ie begroting behorende nota, nog lang niet de lijst der wensen van U zo evenmin die van de wethouders uitgeput zijn. Veel wat nog beslist dient te gebeuren, is zoals reeds is opgemerkt afhankelijk van de ontwikkeling van de kapi taalmarkt. Anderzijds kan men zich nu reeds afvragen of onze begro tingspositie ook over 1968 hetzelfde gunstige beeld zal vertonen als die, welke wij heden avond behandelen. Ik spreek evenwel de hoop uit, dat U onze plannen construc tief zult willen benaderen om daardoor tot een zo root mpgelijke bloei van onze gemeente.te komen. Ik wens" een vruchtbare begrotingsbehandeling toe. Hierna vraagt de Voorzitter wie over de begroting het woord wil voeren. Achtereenvolgens wordt door de Voorzitter het woord ver leend aan A.Oomen, G-.de Vries en P.van Pelt. Hetraadslid Oomen: Samsam. 17192 ii Mijnheer de Voorzitter, volgens Sikkes en Re(sterhoff (Het Lidmaatschap van de Gemeenteraad) is een der func tie' s van de Gemeentebegroting, aan de Raad de mogelijk heid te verschaffen, om eens per jaar, bij de z.g. alge mene beschouwingen, het in het algelopen jaar gevoerde bestuur, de revue te doen passeren en beschouwingen over de toekomst te houden. Wat het afgelopen jaar betreft, meen ik kort te kunnen zijn. Voor de nieuw gekozen raadsleden geldt immers, dat zij slechts enkele maanden van nabij een inzicht hebben gekregen in de verschillende beleidszaken, de gemeente betreffende Dit neemt echter niet weg, dat ik meen te mogen stellen, dat in het afgelopen jaar, verscheidene belangrijke zaken konden worden gerealiseerd, ik denk hier met name aan scholenbouw, woningbouw, enkele verkeersvoorzieningen, alsmede diverse besluiten, die zeer binnenkort tot uit voering kunnen worden gebracht. De samenwerking tussen het College van Burgemeester en Wethouders en de raad stemt eveneens tot voldoening en met name de bereidheid van Burgemeester en Wethouders om waar mogelijk een open oog en oor te hebben voor ini tiatieven uit de Raad voortgekomen, is voor ons vooral een verblijdend teken. Meneer de Voorzitter voor wat betreft Uw aanbiedingsbrief bij de begroting van 28 november j.l. stem ik in met de hoop, dat de nieuwe Minister President Dr. Zijlstra, de gemeenten wat meer armslag zal geven op financieel ter rein, echter ik vrees en met grote vreze, dat het zelfs voor deze algemeen erkende deskundige een onhaalbare op gave zal zijn, in enkele maanden te herstellen, wat in jaren is scheef gegaan. Het spook van de inflatie, door deskundigen "de zonde van ons allemaal genoemd,_ps_

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 439