1 SamsoB. 17192 n kan vaststellen en eventuele eigen gedachten en iniatia- tieven in een tijdig stadium kan kenbaar maken. Ik zou Uw College dan ook in overweging willen geven op dit m.i. goede pad voort te gaan. Een en ander zou nog beter tot zijn recht komen indien de nota in een nog eerder stadium kon worden verstrekt, n.l. op het moment dat de begroting nog pas in grote en grove trekken is opgezet. Bij de verdere uitwerking van de begroting kan dan reeds zoveel mogelijk met de wensen van de raad wor den rekening gehouden. Hierdoor wordt de greep van de raad op het te voeren bestuursbeleid m.i. op een effec tieve en democratische wijze versterkt. 1In dit verband verzoekt de heer de Vries om voortaan aan alle raadsleden een begroting en een toelichting te verstrekken. 2. Tot mijn genoegen heb ik geconstateerd, II- dat m ti begroting om principiële redenen een"pro memorie" post is uitgetrokken voor kosten van een "Overlegorgaan Pla nologische Vraagstukken". Toch zou ik UWCollege in over weging willen geven deze post nader te noemen: "Kosten voor de A^omeratie-raad Breda". Met Uw College ben ik van oordeel, dat het bedroevend is, dat de kwestie van de intergemeentelijke samenwer king thans nog steeds niet van de grond is gekomen. Mijnheer de Voorzitter, het is de hoogste tijd, dat deze samenwerking tot stand komt en dan niet in de vorm van een onderonsje van Burgemeesters of van Burgemeester en Wethouders, maar op raadsniveau. De tijd van over wegen, bestuderen en afwachten is thans definitief voorbi; Er moeten op korte termijn spijkers met koppen worden geslagen en het is een eis van de eerste orde, dat nog in de loop van 1967 een AggLomeratie-Raad voor het Stads gewest Breda tot stand komt. In de provincie Noord-Bra bant zijn reeds verschillende Raden op dit niveau tot stand gekomen. Als men hier in deze streek nog niet zover is, dat men zelf over een goede concept-regeling beschikt, doet men goed die b.v. van Eindhoven, Tilburg en Waalwijk op te vragen en met deze regeling als uitgangspunt -rekeninghoudende met de specifieke streek-omstandigheden tot een concept-opzet te komen. Het wil mij voorkomen, dat dit toch geen heksentoer zal zijn. Als ik het alle maal goed begrepen heb, zou de vertraging voornamelijk te wijten zijn aan gebrek aan medewerking van Oosterhout en Etten-Leur. Is dit juist en is het dan gebrek aan medewerking van de Burgemeesters van deze gemeenten of van de Raden? Het ontbreken van een echte Burgemeester te Breda kan niet de oorzaak van deze trieste zaak zijn, aangezien de waarnemend-Burgemeester van Breda, de Heer Meijs, bij de jongste begrotingsbehandeling verklaard heeft, "dat er bij afwezigheid van een echte Burgemeester geen belangrijke zaken op afhandeling blijven wachten" (Sten 16-12-1966). Mijnheer de Voorzitter ik zou Uw College in overweging willen geven aan de Colleges van de overige tot de agglo meratie te rekenen gemeenten op zeer korte termijn te doen weten, dat Uw College het noodzakelijk acht, dat nog in de maand januari 1967 een vergadering wordt ge houden van de Colleges van Burgemeester en Wethouders dezer gemeenten om te komen tot de samenstelling van een commissie, die binnen een half jaar met een afgerond voorstel met betrekking tot de agglomeratie samenwerking moet komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 444