US
Samsam. 17192 ix
Indien voor eind januari 1967 geen resultaten geboekt
worden zou Uw College zich kunnen wenden tot het College
van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om in deze
belangrijke zaak te bemiddelen. Indien slechts één of
twee gemeenten zich niet positief zouden opstellen (van
Breda weten wij dat de Raad wel positief staat) zou de
zaak toch moeten worden doorgezet.
Te zijner tijd zullen dan deze thans nog afwijzend-staan-
de gemeenten toch wel genoodzaakt zijn om, bij wijze
van spreken op hun knieen, om toelating tot de Agglome
ratie Raad te vragen. In groter verband spreekt het be
lang van Groot-Brittanië om toelating tot de E.E.G. ten
deze een duidelijke taal.
3Thans wil ik terugkeren tot de bestuursaangelegen
heden die onze gemeente in enger verband betreffen. Het
wil mij voorkomen, dat een gemeente met de structuur
als de onze -thans groot ruim 3000 zielen en met de po
tentie op evenwichtige wijze uit te groeien tot 6000 h
7000 zielen- een bestuurlijke eenheid vormt van een
attractieve omvang, goed en efficiënt bestuurbaar en
met een niet te grote afstand tussen bestuurders en
bestuurden en met de essentie te dienen als woonkern,
groene long voor de agglomeratie en een deel van de
randstad en in beperkte zin tot agrarisch gebied.
Teneinde tot optimale resultaten voor de gemeenschap
te komen, is het noodzakelijk, dat de bestuurders- Bur
gemeester, Burgemeester en Wethouders en Raad- en de
ambtenaren, zich actief en op efficiënte wijze inzetten.
Zonodig zal gebruik moeten worden gemaakt van de speci
fieke deskundigheid van gemeentenaren, die deze onge
twijfeld gaarne zullen willen verlenen. Hiervoor is
het noodzakelijk, dat de gemeentenaren "zicht" krijgen
op de aan de orde zijnde problematiek.
Uit kan slechts worden bereikt door een doelmatige "pu
blic relations"-alle waardering op dit punt voor de
activiteiten van Wethouder Oomen- en door het uitbouwen
van de raadsvergaderingen tot "vergaderingen" in de
ware zin des woords met een levendige discussie en een
positief gebruik van de rondvraag. In een raad met de
omvang als deze, moet dit mogelijk zijn. Wellicht zou
een goede sigaar voor eigen rekening -geen der aanwezigen
is geloof ik op dit punt een geheel onthouder en het
reglement van orde verbiedt het niet- ten deze stimule
rend kunnen werken. Het is toch jammer, dat besloten
raadsvergaderingen en commissievergaderingen zoveel po
sitiever bijdragen tot een vruchtbare gedachtenwisseling
en het elkaar begrijpen. Overigens begrijp ik niet dat
voor 1967 maar 10 raadsvergaderingen en 2 commissiever
gaderingen zijn gepland. In de toekomst wordt de raad
toch niet meer -zoals met de dragline en de aanbesteding
voor een voldongen feit geplaatst?
4-. De realisering van de in de nota van 21-12-1966 aan
de orde gestelde onderwerpen, t.w.
1de bouw van een nieuwe kleuterschool.
2. de aansluiting op het rioleringsstelsel van Breda.
3. de aanleg -binnen aanvullende werken verband- van
de riolering van de Oosterhoutseweg en het Moleneind
heeft mijn warme sympathie.
3Het plaatsen van een groot aantal nieuwe verkeers
borden en tekens juich ik van harte toe -hoewel ik hoop,
dat de plaatsing van deze borden, evenals de plaatsing
van straatnaamborden, zodanig plaats vindt, dat je er
-in-