,jVerslagen van kasopneming over het 4e kwartaal 1965»
- voor kennisgeving aangenomen -
k. Besluit van Gedeputeerde Staten dd. 3 .januari 1966,
Gnr.32.137» houdende goedkeuring van het raadsbesluit
d.d. 16 december 1963 tot het aangaan van een reke
ning-courant-overeenkomst met de 31.V.Bank voor
Hederlandsche Gemeenten.
- voor kennisgeving aangenomen -
Voorstellen van Burgemeester en Wethouders inzake
aanvragen om subsidie van;
a. Stichting R.K.Bibliotheek i.o.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders.
(zie besluit in dossier
b. Sectie Nederland van de Raad der Europese Gemeenten
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burge-*
meester en wethouders.
(zie besluit in dossier
c. Jeugddrumband D.O.K.A.
De heer van de Wijgerd zegt, dat Burgemeester en Wet
houders thans vvoorstellen subsidie te verlenen op
grond van de ingediende begroting. DOKA heeft echter
nadien nog kosten moeten maken, die niet in de begro
ting zijn opgenomen. Hij zou willen voorstellen het be
drag van het subsidie op te trekken tot het begrotings
tekort.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat in de nieuwe be
groting ook de door spreker bedoelde nieuwe onkosten
reeds zijn verwerkt.
De heer v.d.Wijgerd betoogt hierna, dat het begrotings
tekort toch nog meer bedraagt dan het thans voorgestel
de subsidie en handhaaft zijn voorstel het subsidie op
te trekken tot dat tekort.
Wethouder Oomen voegt hieraan toe, dat het Gemeente
bestuur zeer gelukkig is met het bestaan van DOKA. In
vergelijking tot het vorige jaar stellen Burgemeester
en Wethouders thans een niet onbelangrijke verhoging
van het subsidie voor. Een begroting echter is iets
heel anders dan een rekening. Hij stelt voor het subsi
die te handhaven op 4-00.== en het bestuur van DOKA
in de gelegenheid te stellen na afloop van het vereni
gingsjaar de rekening over te leggen, zodat dan nader be
zien kan worden of méér subsidie nodig is.
De Heer van de Wijgerd vervolgt met te zeggen, dat in
verband met de komende festiviteiten meer onkosten
moesten worden gemaakt, die thans niet gedekt zijn,waar
op de Voorzitter vraagt, welke festiviteiten hij hier
mede bedoelt.
De Heer van de Wijgerd antwoordt hierop, dat hij hierbij
doelt op de feestelijkheden ter gelegenheid van het
huwelijk van Prinses Beatrix.Daarom zag hij liever nu
een sluitende begroting.