^*yé
in het donker niet met je hoofd tegen aan loopt. Wordt
voor het aanbrengen van deze nieuwe borden, ingevolge
de wijziging van het wegenverkeersreglement ook een rijks
subsidie verleend? Tevens hoop ik, dat de veilige over
steek mogelijkheid van jonge kinderen over de Oosterhout-
seweg bij de Laanzichtweg -binnenkort voorzien van mo
derne beveiligingsapperatuur- zal worden uitgebouwd met
een zebra en doelmatige waarschuwingsborden in de Hool-
straat en door de heroprichting van een corps verkeers-
brigadiertjes, onder supervisie van volwassen vrouwen
(zoals ook elders in den lande). Voorts zou de verkeers-
en oversteek situatie bij "De Tol" op korte termijn
nader moeten worden be-zien.
6y In het centrum van de gemeente -vlak bij de kerk-
is het momenteel een mestvaalt en een modderpoel. De
tot standkoming van een nieuw gemeentehuis zal voorlopig
nog wel jaren op zich laten wachten. Ik zou dan ook
dringend in overweging willen geven op zo kort mogelijke
termijn op dit punt enige tijdelijke doeltreffende voor
zieningen te treffen. Met een paar duizend gulden kunnen
wij het maaiveld op bepaalde plaatsen wat ophogen, de
grond wat omploegen en tijdelijk gras inzaaien.
V/ellicht kunnen er nog wat dennen -gratis uit de gemeente
bossen- worden neergezet en kan er een ruime speelkuil
met wit zand, omringd met betonnen tegels voor de kleine
kinderen worden gesitueerd. Hier gaan een esthetische
aanblik en de mogelijkheid tot veilig spelen van de kin
deren hand in hand.
Het trottoir aan het Hoeveneind bij de fam. van Beek en
smid Jansen moet nodig worden doorgetrokken. Dit is
van veel belang voor het publiek en voor de mensen die
aan dit stuk wonen, opdat zij zelf de zaak definitief
kunnen afronden.
7Wat betreft de financiering van kapitaalsprojecten,
heb ik nog wel het een en ander op te merken. Uiteraard
ben ook ik voorstander van een vaste financiering.
Evenals in de raadsvergadering van 14- december 1966
sta ik echter op het standpunt, dat het doel niet onder
alle omstandigheden alle middelen heiligt. Indien het
ook maar enigszins mogelijk is, zou ik willen adviseren
nog even te wachten met het aangaan van langlopende
leningen. Op 14-12-1966 sprak ik de verwachting uit, dat
wij ons op de top van de rentestand bevinden. De publica
ties in de financiële pers bevestigen deze gedachtegang,
hoewel U op dit punt een andere mening heeft. De omstan
digheid, dat de rentestand in andere landen wat hoger
ligt is niet nieuw en bepaaldelijk geen conditio sine
qua non voor de rentestand hier te lande. Ik vestig er
overigens de aandacht op, dat ook de rentestand in West-
Duits land thans kennelijk de neiging tot daling gaat
vertonen. Wat hiervan ook moge zijn, ik maan ten deze
tot voorzichtigheid en tot het kiezen van het zo goed
mogelijke moment. "Dankbaarheid" aan het adres van de
het monopolie bezittende B.N.G. acht ik onder alle om
standigheden misplaatst. Als je het als overheid, of
als door de overheid gemonopoliseerd lichaam, voor het
zeggen hebt, zal je onder alle omstandigheden naar recht
en billijkheid moeten handelen en bovendien correct
moeten handelen. Ik bedoel hiermee te zeggen, dat de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten de plicht heeft de
beschikbare financiële middelen naar billijkheid over
unst een lening
-bij-
de gemeenten te verdelen. Het is geen
S°msom 17192II