YYY 19. dat dit voor hem ook een doorn in het oog is. Het is ech ter een samenloop van omstandigheden geweest, die ons helaas niet in de hand heeft gewerkt. Het gevoerde over heidsbeleid is daar grotendeels de oorzaak van. Burge meester en wethouders waren destijds blij, dat zij het merendeel van de grond konden verkopen aan enkele maat schappijen. Het jaarlijkse bouweontingent aan onze ge meente toegewezen was evenwel te klein om binnen een redelijk aantal jaren het plan vol te bouwen. Deze gang van zaken is te wijten aan het centrale overheidsbeleid. De motieven die hierbij een rol hebben gespeeld zijn hem niet bekend. Hij merkt verder nog op, dat, nu het bouwen is vrijgegeven, niemand geld meer daarvoor schijnt te hebben. Over de samenwerking tussen Breda en de randgemeenten merkt wethouder Oomen op, dat de grote gemeenten het overleg schuwen. Zij proberen op die manier toch hun zin door te drijven. Als kleine gemeente op een na zal ons dat niet meevallen. 'vij zullen op dit gebied echter zeker wel attent blijven. T.a.v. een eventuele verhoging van de reinigingsrechten deelt wethouder Oomen mede, dat hij het prettig vindt dat vanuit de raad stemmen opgaan om bepaalde belastingen te verhogen. Hij merkt evenwel op dat de reinigingsrechten niet te drastisch moeten wor den herzien, maar rekening dient te worden gehouden met het landelijk gemiddelde. Er woont in deze gemeente nog altijd een categorie mensen, die 10,zeer moeilijk kunnen missen. Bovendien loopt men de kans, dat het huis vuil elders wordt gestort als ter bestemde plaatse, bij een te hoge opvoering van de reinigingsrechten. Over de verhoging van de vergoeding van de brandweerlie den merkt wethouder Oomen op, dat er tussen de gemeente en de brandweer een zeer frequent contract bestaat. Als de vergoeding voor de brandweerlieden te laag is, lijkt 't hem, dat het op de weg van de leden van de brandweer moet liggen om dit ter kennis van hun commandant te bren gen, die dit op zijn beurt bij het college van burge meester en wethouders ter sprake kan brengen. Over de gemaakte opmerking, dat verschillende jeugdver enigingen in verband met de hoge tarieven geen gebruik kunnen maken van het verenigingsgebouw deelt wethouder Oomen mede, dat juist door het subsidie van 2000, aan het gemeenschapshuis, welke bijdrage op advies van Gedeputeerde Staten voor 'n jaar of 6, 7 geleden is toe gekend de vergoeding voor het gebruik lager maakt. De verbouwing van het toneel etc. en andere verbeteringen die zijn aangebracht waren beslist noodzakelijk. Over de gestelde vraag omtrent het aardgas c.a0 deelt wethouder Oomen nog mede, dat tijdig een huis aan huis "bezoek zal plaatsvinden en zal worden nagegaan welke apparaten geschikt zijn voor ombouw en welke niet. Het is hem bekend dat voor een gaskachel 125,wordt vergoed en in het algemeen de grootte van het te vergoe den bedrag afhankelijk is van het instrument of het appa raat o Wethouder van den Yeeken merkt hierna op, dat met opzet het trottoir aan het Hoeveneind niet is aangelegd, omdat aan het betreffende gedeelte nog huizen moeten worden ge bouwd. De ervaring heeft n„l. geleerd,dat, wanneer vooraf trottoir is gelegd i.v.m. beschadiging en herbestrating daarvan de kosten gegauandeerd eens zo veel bedragen. Het is naar zijn idee meer verantwoord om dit gedeelte door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 454