Pe voorzitter is het bekend dat wildernisvorm toch
wel bestreden kan worden.
De heer de Vries,die nu het woord verkrijgt en die
verschillende punten wil bespreken, wil het eerst
even over de bejaardenzorg hebben.
Mijnheer de voorzitter, zo zegt hij, wij hebben hier
115 120 bejaarden. Wij betalen nu als gemeentelijk
subsidie aan deze bejaardenvereniging 2,-.. per
persoon per jaar. Een aantal bejaarden heeft hem nu
benaderd. In 1966 zouden zij zich hebben gewend tot
het college van B. en W. om hen wat meer subsidie te
geven. Hierop heeft het college bericht dat het verzoek
in overweging zou worden genomen. De vraag van de heer
de Vries is nu: Hoe ver is deze overweging gevorderd?
Andere gemeenten, aldus de heer de Vries, geven meer
uit voor de bejaarden. Het is hem bekend dat de gemeente
Heusden 5,per persoon subsidie verleent. Wij
moeten, aldus de heer de Vries, op korte termijn dit
bedrag optrekken. Hij is de mening toegedaan, dat
deze mensen, die allen een zeer moeilijke tijd hebben
meegemaakt, nu toch wel een beetje van de loonwelvaart
mogen genieten.
De voorzitter antwoordt dat er een enquête is gehouden
ondervergelijkbare gemeenten. Wellicht, aldus de
voorzitter, is er een kans. Als wij tot de conclusie
komen, dat er te weinig gegeven wordt dan zullen wij
inderdaad het bedrag optrekken, tenminste als de
begroting zulks toestaat.
De heer de Vries vindt het niet zo heel erg belangrijk
wat andere gemeenten doen.
De voorzitter zegt dat hij hoopt op korte termijn met
een voorstel te komen.
Vervolgens zou de heer de Vries gaarne vernemen
wanneer de vereniging D.O.K.A. zijn subsidie voor 1967
tegemoet kan zien. Het is hem bekend dat deze
vereniging, waarvan momenteel 50 kinderen deel uit
maken, het financieel moeilijk heeft.
Wanneer, zo vraagt de heer de Vries, kunnen wij ter
beslissing krijgen de subsidiëring van D.O.K.A.?
Wethouder Oomen vraagt hierop te mogen antwoorden en
deelt mede" dat D.O.K.A. inderdaad een begroting had
ingediend, doch dat deze erg aanvechtbaar was. Nader
hand is gevraagd een andere begroting in te dienen.
Deze was, volgens de heer Oomen, veertien dagen geleden
nog niet ingekomen.
De"heer de Vries bewijst echter het tegendeel door
de betreffende begroting te tonen, die gedateerd is
op 28 februari.
voorzitter zegt toe dat dit punt deel zal uitmaken
van~~cïe~ bespreking van Burgemeester en Wethouders.
De heer de Vries wil gaarne de aandacht vragen voor
het GadetienkampDeze weg is zo slecht dat de veren
van de auto breken wanneer men hier door moet rijden.
Hij beveelt het dan ook warm aan, om deze weg eens
met een zandschuiver te bewerken.
De heer van der Veeken zegt niet te weten, hoe hij op
dit moment" de wegen goed moet houden. Hij zou liever
wachten tot de wegen wat droger zijn en er eerst dan
een schuiver overheen te laten rijden.
S°msom 17192 ii