J
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
van artikel 49 van de Algemene Politieverordening.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
9Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake een
verzoek om restitutie c.q,. vermindering van betaalde
leges voor een verleende'bouwvergunning.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
verlenen van garanties als bedoeld in artikel 63
van de Woningwet.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
11Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming
van de Commissie van Advies, bedoeld in artikel 8
der Woonruimte wet 194*7.
De Voorzitter verzoekt de heren de Vries en van de
Wijgerd samen met hem het stembureau te vormen en
stelt aan de orde de verkiezing van de aftredende
leden:de heren Blom, de Leeuw en Snoek. Na gehouden
stemming blijken te zijn uitgebracht 7 stemmen.
De aftredende leden hebben ieder 6 stemmen verkregen,
zodat zij zijn herbenoemd. 1 Uitgebrachte stem was
ongeldig.
In de vacature van Haperen wordt het stembureau ge
vormd door de Voorzitter met de heren van de Wijgerd
en van Pelt. Na gehouden stemming blijken 7 stemmen
te zijn uitgebracht. De heer A. Oomen heeft 6 stemmen
verkregen en de heer A. Backx 1 stem, zodat de heer
A. Oomen is benoemd.
In de vacature van den Wijngaard wordt het stembureau
gevormd door de Voorzitter met de heren A. Oomen en
A. Backx.
Na gehouden stemming blijken 7 stemmen te zijn uit
gebracht. De heer P. van Pelt heeft 6 stemmen verkregen
en de heer van Oosterbosch 1 stem, zodat de heer
P. van Pelt is benoemd.
De Voorzitter vraagt,of de heren Oomen en van Pelt
hun benoeming wensen te aanvaarden. Deze vraag wordt
door beide heren bevestigend beantwoord. De Voorzitter
feliciteert deze heren vervolgens met hun benoeming en
spreekt de hoop uit, dat de commissie niet vaak bijeen
zal moeten komen. Hij brengt tenslotte dank aan de
scheidende leden van de commissie: de heren van den
Wijngaard en van Haperen, voor hun zo vele jaren
betoonde bereidwilligheid.
S°msom 17192 li