g. Besluit van. Gedeputeerde Staten d,d, 2 augustus 1967,
waarbij goedkeuring is onthouden aan de 2e. begrotings
wijziging, dienstjaar 1967.
h, Koninklijk Besluit van 13 juli 1967, nr,1, houdende
goedkeuring van het raadsbesluit d.d. 19 mei 1967 tot
heffing van 200 opcenten op de Hoofdsom der Personele
Belasting.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
3. Voorstel tot niet-invorderbaarverklaring van een aan
slag in de Straatbelasting, dienstjaar 1964.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
4. Voorstel tot het invorderen langs de gerechtelijke weg
van de door de II.VBouwbureau Bramij te fs Gravenhage
verschuldigde rente over 1
Na toelichting vraagt de Voorzitter of een van de heren
nog op- of aanmerkingen heeft t.a.v, dit punt,
Be Heer van de Wijgerd geeft te kennen, zich af te
vragen waarom dit gezien de stukken niet reeds eerder
is gebeurd.
Be Voorzitter meent dit te kunnen toeschrijven aan de
lankmoedigheid van het college.
Wethouder Oomen is echter een andere mening toegedaan
en zegt: Ik vind onze lankmoedigheid niet zo groot.
Be deurwaarder heeft reeds enige malen geprobeerd,
langs minnelijke weg de vordering te innen, maar dit
is niet gelukt. Wij hadden bovendien afgesproken dat
wij zouden trachten met de Bramij te praten want wij
stonden aanvankelijk niet op het standpunt het hele
bedrag er uit te halen. Uwe Raad heeft ons eigenlijk
gezegd:"Kijk even hoe de situatie en het gesprek zich
ontwikkelt", vandaar dat het wat langer geduurd heeft.
Ons voorstel is dus geheel in overeenstemming met het
besluit van de raad.
Hierna wordt besloten geheel overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
5Voorstel inzake een subsidie aan de R.K. Matigheidsbe
weging "Sobrietas".
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
- 2 -
i
- 3 -