De Voorzitter deelt op de vraag van. de Heer de Vries mede, dat een pers-communiqué is uitgegeven. De bespreking, zo vervolgt Hij, heeft de volgende conclusies opgeleverd: 1. B» en W. van Breda zullen in de volgende bespreking concrete gegevens overleggen betreffende de noodzakelijke realisering van de voor Breda benodigde woningbouw binnen de agglomeratie. Zij hebben kennis genomen van een aanbod der randge meenten om in hun bestemmingsplannen m.i.v, 1969 ruimte te scheppen voor verwezenlijking van een deel van deze woningbouw op hun grondgebied» 2. Overeenstemming is tot stand gekomen over de wijze waarop gezamenlijk gepoogd zal worden het overleg in de Baronie van Breda uit te breiden tot een zodanige vorm van samenwerking die voor alle betrokken gemeen ten aanvaardbaar is, 3. Met betrekking tot de ruimtelijke structuur in de Baronie van Breda is de afspraak gemaakt dat ter zake gezamenlijk contact zal worden gezocht met de Provin ciale Overheid teneinde hierover, mede gelet op het te ontwerpen streekplan van West-Brabant, nader te worden geinformeerd ter voorbereiding van een eigen bijdrage 4. Het ligt in de bedoeling bij die gelegenheid tevens meer duidelijkheid te krijgen inzake het in voorbe reiding zijnde voorstel tot gemeentelijke herindeling van het gebied van Breda en omgeving. 5» De volgende bijeenkomst van het overleg is vastgesteld op 23 October. Hierna verkrijgt de Heer van Pelt het woord: Mijnheer de Voorzitter, zoals IJ bekend, is het op de hoek Gouw- straat/Hoolstraat altijd grote bijeenkomst» Dat is echter bij iedere cafetaria. Maar daar staat altijd nog een oude muur, waarachter de jeugd zich verschanst om daarachter misschien nog enige spelletjes te spelen. Bovendien staat er nog zo'n ouderwetse kar, waarin ze ook nog weg kunnen kruipen, De Voorzitter deelt hierop mede, uiteraard bereid te zijn met de politie hierover overleg te plegen. Wethouder Oomen zegt hierover: Deze muur is destijds door de gemeente gebouwd met de bedoeling om grond die er ach ter lag in eigendom te krijgen. Deze muur is eigendom van de eigenaar van het pand en zolang deze man die muur niet opruimt kunnen wij hier niets tegen doen. De Heer van Pelt is de mening toegedaan dat, als op eigen grond iets wordt gebouwd, wat niet met de wensen van de schoonheidscommissie in overeenstemming komt, hier toch wel iets aan te doen zal zijn. - 6 - - 7 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 58