De Heer Backx geeft hierop te kennen een vraag te willen stellen over het sub g gestelde betreffende de verdaging van de beslissing omtrent het raadsbesluit d.d. 17 janu ari 1967 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gouwen II". Waarom, zo vraagt de Heer Backx de Voorzitter, is de beslissing zes maanden verdaagd en wat kunnen de gevolgen hiervan zijn? De Voorzitter stelt de Heer Backx gerust door mede te de len, dat de gevolgen niet van ernstige aard zijn. De gemeen te heeft men nog om nadere gegevens gevraagd omtrent de exploitatie-opzet, aldus de Voorzitter. Wij hebben overleg gepleegd met de Planologische Dienst, die bepaalde wensen naar voren heeft gebracht. Wij zullen hiermede rekening houden, zo zegt spreker en met een nieuwe exploitatie-opzet komen. Het komt er op neer, dat bij een nieuw bestemmings plan een exploitatie-opzet wordt meegezonden die sluitend moet zijn. De provincie heeft van haar recht gebruik gemaakt de beslissing alsnog te verdagen, aldus de Voorzitter, De Heer de Vries vraagt of hij hieruit moet concluderen, dat de gemeente op het ogenblik geen grond meer heeft voor woningwetbouw. De grond in "Gouwen I" is verkocht, aldus spreker, wat nog gebouwd moet worden is luxueuze bouw, maar is er verder in Teteringen geen bouwrijpe grond meer voor woningwetbouw?zo vraagt de Heer de Vries. De Voorzitter repliceert dat er op het ogenblik inderdaad geen grond is. Daarom heeft dan ook een gesprek plaatsge had met de Planologische Dienst, aldus spreker. Wij zijn volop bezig om die percelen te doen schatten, die nodig zijn voor aankoop. Wij streven ernaar met dit plan binnen kort rond te komen. Wethouder Oomen merkt op, dat het toch wel vervelend is dat G.S. de zaak verdaagd hebben. Dit college heeft, zo zegt Wethouder Oomen, ik weet niet hoeveel tijd gehad. Als alles normaal zou zijn verlopen, zou dit geen probleem ge weest zijn. Zolang er geen goedgekeurd bestemmingsplan is, kan niet tot onteigening worden overgegaan. Wij zijn, zo betoogt de Wethouder, op het ogenblik bezig deze grond te kopen en als dit langs minnelijke weg gaat, is er niets aan de hand. Stel, aldus spreker, dat iemand fout wil, dan moet rustig worden gewacht totdat G.S. het bestemmingsplan heeft goedgekeurd en eerst dèn kan pas tot onteigening wor den overgegaan. Dit zou, zo zegt Wethouder Oomen, een groot nadeel betekenen. Ik zie aankomen, zo vervolgt hij, dat zoals wethouder Ver meulen van de gemeente Breda in 1965 al geroepen heeft, in 1970 geen bouwrijpe grond meer te hebben, Wethouder Oomen in 1967 kan roepen in 1968 geen grond meer te hebben. De Heer Backx zegt naar aanleiding van deze mededelingen de mening te zijn toegedaan, dat dit toch wel een zeer trieste zaak genoemd mag worden met belangrijke conse quenties. - 2 - - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 74