4. 5. Ssmsem. 17192 u g. Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 4 .januari 1967, Gnr 80946, houdende goedkeuring van het raadsbesluit d.d. 2§ september 1966, tot verkoop van een perceeT" bouwgrond aan"~(J. van Hoojidonk. ha voorlezing van de ingekomen stukken vraagt de Voorzitter wie van de raadsleden hierover iets te vragen heeft. Het raadslid de Vries merkt op, dat hij de toelich ting bij punt a mist. Wethouder Oomen^zegt daarover, dat ondanks het 20 jarig bestaan deze N. hier nog volledig onbekend is. Waar het hier over gaat is een strijd tussen Kaal en de P.N.E.M. Bit belet echter niet om in voorkomende geval len Kaal te laten inschrijven. Hierna worden de stukken a t/m g voor kennisgeving aan genomen. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen van een krediet voor de aanleg van de Kampakker en de daaruit verder voortvloeiende werkzaamheden, met daarbij behorende wijziging der beroting, dienst 1967. Het raadslid van de Vfijgerd vraagt mede naar aanleiding van de brief van G-edeputeerde Staten van 7 december 1966 of het de bedoeling is of bij goedkeuring van het kre diet openbare of onderhandse aanbesteding volgt. Be Voorzitter antwoordt hierop dat na goedkeuring van het krediet aanbesteed zal worden zoals Gedeputeerde Staten dat voorstellen. Het raadslid A.L. Oomen merkt in dit verband op, dat met een overstort naar afwateringssloten geen prettige ervaringen zijn opgedaan, vooral wanneer de waterstand aan de hoge kant is. Mensen in de omgeving hebben daar met hun landerijen al zeer onprettige ervaringen mee opgedaan. Het tijdelijk omleggen van de afvoersloten in plaats van het graven van definitieve afwaterings sloten vindt hij bovendien niet verkiezelijk, omdat dit dubbele kosten met zich brengt. Be Voorzitter zegt toe met de gemaakte opmerking reke- ning te zullen houden. Wethouder van der Veeken merkt daarna op, dat de defi nitieve sloot niet kan worden gegraven, omdat de plaats van de windmolen niet bekend is. Van het tijdelijk om leggen van de bestaande sloot zal Maes geen hinder onder vinden. Hierna wordt met algemene stemmen overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Zie besluit in dossier: 1.811.111.1 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van een besluit tot voorlopige onteigening van een ge deelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Be teringen, Sectie B nr. 1296. Het raadslid de Vries merkt over dit punt op, dat de kwestie van onteigening een zeer ernstige zaak is en ver ingrijpt in het particuliere leven. Bit neemt echter niet weg, dat daarvoor wel eens een dwingende noodzaak kan zijn. Het al of niet overgaan tot onteigening hangt in eerste instantie af van de beslissing van de raad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 9