- 23 - Dan zeg ik op mijn beurt, dat de arbeidersklasse het hier zwaar te verduren zal krijgen. Dat wordt dan een achteruitgang in plaats van de vooruit gang die we gewend waren. Ook weet ik, dat de plannen die de gemeente Teteringen aan het uitvoeren is en de plannen die nog uitgevoerd zullen worden, binnen de tijd van enkele jaren het inwonertal stevig zullen doen groeien zodat er dan zeer zeker geen sprake meer kan zijn van een kleine kern di^ ondergebracht moet worden bij de gemeente Breda. Mijnheer de voorzitter, in korte trekken heb ik hier mijn mening weergegeven over wat de toekomst ons zal bieden als genoemd voorstel zou doorgaan. Ik dank IJ. De voorzitter besluit dan als volgt Mijne H ren, leden van de Raad, geachte toehoorders. Ik dank de sprekers, met name de beide Heren Oomen en ook speciaal de Heer de Vries voor hun eminent betoog. Ik heb me met opzet beperkt tot een kort commentaar mijner zijds om zoveel mogelijk de door U gekozen afgevaardigden in de gelegenheid te stellen on in eerste instantie een waardig protest te doen horen tegen dit, als ik me zo mag uitdrukken, vrij onbenullige stuk van de provincie. Ik geloof dat we het op dit moment hierbij moeten laten, onze kanonnen moeten gaan opstellen, ons kruit moeten droog- houden en bijelkaar garen. Men kan er vast op rekenen dat zowel mijnerzijds als van de kant van de wethouders, als ven de Raad, dus van het gehele gemeentebestuur, hot onderste uit do kan zal worden gehaald en dat men aan ons taaie jongens zal hebben. Ik dank U. Hierna sluit de voorzitter de vergadering met de Christelijke Groet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 108