Het is zelfs zo, dat wij naar aanleiding van berichten in
de pers Gedeputeerde Staten hebben benaderd en gevraagd,
gezamenlijk met de andere randgemeenten of men ons hierover
a.u.b. wilde inlichten, want dat wij het een kwalijke zaak
vonden, dat op deze wijze onrust werd gezaaid in onze ge
meenten en dat wij vonden dat daar zo snel mogelijk een einde
aan moest komen. Ik heb helaas hut gehele archief van de ge
meente Te teringen niet bij me, maar er is een brief binnen
gekomen van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, waarin
gesteld werd, dat deze berichten niet van hun afkomstig waren
en dat tegelegenertijd, voor zover daar aanleiding toe zou
zijn, wij nader zouden worden georienteerd
Dus, als U durft te zeggen, dat ik vóór woensdag wist, dat
deze annexatie zou komen, dan zeg ik neen, want laten we
eerlijk zijn, als wij alles, wat in de pers staat, moeten
geloven, dan zijn we nergens meer.
Dat zal de Heer Woestenberg met me eens zijn.
Heer Woestenberg; Ja, mag ik daar even op antwoorden?
Al wat er in Den Bosch besproken is, stond reeds wel een
jaar tevoren in"De Stem".
Uit de zaal wordt de voorzitter gevraagd om de discussie te
sluiten.
Wethouder Oomen voegt hieraan toe dat deze discussie inder
daad weinig zinvol is en hij zegt; Wij hebben ons ten alle
tijde op het standpunt gesteld; zolang wij niet weten wat
er gebeurt, heeft het geen enkele zin om acties te onder
nemen en om te protesteren want we weten niet waartegen we
protesteren.
Burgemeester; Heer Woestenberg, ik geloof wel dat wij onder
hand aan het einde zijn van de vragen. Ik geloof dat de Heer
van Gastel iets wil zeggen.
Heer van Gastel;
In verband met wat de Heer Woestenberg regelmatig opmerkt
en suggereert, zou ik graag een vraag beantwoord hebben van
de Heer Woestenberg.
Wat behelst nu Uw vraag en wat suggereert U eigenlijk?
Heer Woestenberg; Nu, dat komt dus hier op neer, als ik lees;
alle inwoners van onze gemeente gaan erop achteruit, gelooft
U dat nu allemaal?
Wethouder Oomen; ik kan dat in zoverre aantonen; financieel
gaan we er altijd op achteruit.
Wij hebben lage belastingen. Breda, ik heb dat al aangetoond,
hoge
Op de tweede plaats stellen wij ons op het standpunt dat we
nu met z'n allen tevreden zijn.
- 10 -