- 8 - Hierna krijgt het raadslid G.W.R. de Vries het woord. Mijnheer de Voorzitter, nadat ik de wethouder en U beluisterd heb, zou ik U willen mededelen dat het mij ten zeerste heeft verbaasd in "de Stem" van 12 november te hebben moeten lezen in de toelichting die burgemeester Merkx gaf op het standpunt van het Bredase College; 'Wel echter willen wij van de betrokken gemeenten de toezegging dat dit over leg en de eventuele resultaten daarvan niet worden gebruikt om de grens wijzigingsprocedure te vertragen of te doorkruisen."Waarom, zo vraagt de heer de Vries zich af, dit was toch al duidelijk? De kleine gemeenten hadden alle consequenties, voortvloeiende uit het structuurplan, willen aanvaarden. Zelfs als dit tot gevolg zou hebben gehad, dat Teteringen van de kaart zou moeten gaan. Die garantie was er toch? Denkt Breda soms dat de koek reeds gebakken, de kaarten geschud zijn en het spel al ge speeld is? Het spel, aldus de Heer de Vries, moet nog beginnen. Waarom is Breda nu plotseling zo impertinent? Ik vind deze houding hoogst on behoorlijk. Er komt nog bij, dat de wethouder dit alles moet horen op het niveau van de aangetrokken deskundigen. Ik kan U alleen maar prijzen voor het feit, dat U Uw zelfbeheersing nog zo goed hebt bewaard. Als men nu het "Nieuwsblad van het Zuiden" leest; hoeveel fraaier is dit niet, aldus spreker, en met hoeveel plezier leest men, hoe het daar kan. Men vraagt zich da.n echt wel af: Hoe komt het toch, dat het hier in de Baronie zo besmet is, terwijl we toch genoeg goede voorbeelden hebben zoals bijvoorbeeld Eindhoven, Waalwijk. Het blijkt nu toch wel over duidelijk, aldus de Heer de Vries, dat Breda niet wil. De randgemeenten hebben het standpunt ingenomen een structuurplan te laten opmaken door neutrale deskundigen. Het resultaat van deze studie zou worden aanvaard. Dit is toch een prachtig standpunt, zo zegt de Heer de Vries, doch, zo gaat hij verder, Breda wil alléén de me.cht uitoefenen en is doodsbang ongelijk te krijgen. Dit is diep treurig. Sedert wanneer, zo vraagt de Heer de Vries tenslotte, spreken de Wethouders met de Burgemeester mee? Wethouder Oomen antwoordt hierop, dat dit het geval is sinds het jaar 1955/1956doch, zo voegt de wethouder hieraan toe, deze mensen spraken alleen als er annexaties aan de orde waren. De Voorzitter zegt het volkomen met de Heer de Vries eens te zijn, het hoogst bevreemdend te vinden dat Burgemeester Merkx met betrekking tot de brief van 19 mei 1967 de opmerking maakt over de toezegging van de randgemeenten, het overleg en de eventuele resultaten ervan, niet te gebruiken de grenswijzigingsprocedure te vertragen of te doorkruisen, terwijl hier tegenover staat, dat onzerzijds in een brief van 31 mei 196? is gesteld, dat wij van mening waren, dat door deugdelijke samenwerking grenswijziging niet zou kunnen worden voorkomen, al zou die grenswijziging mogelijk wel beperkt kunnen blijven. Hierin staat n.l. letterlijk: Wij menen wel, zoals wij eveneens reeds mededeelden op dezelfde be- sprêking, dat door deugdelijke samenwerking grenswijzigingen wellicht niet geheel zullen kunnen worden voorkomen, maar wel binnen redelijke proporties gehouden kunnen worden. Voor dit inzicht rekenen ook wij op Uw begrip." Hierna komt de rondvraag aan de orde. De Heer A.L. Oomen geeft te kennen een opmerking te willen maken op een heel ander terrein. Ik zou graag Uw aandacht vragen voor het einde van de Galgestraat. Dit stuk is verhard met steenblokken, hetgeen door de bewoners zelf is gedaan. Maar, zo vraagt de heer A.L. Oomen, is het misschien mogelijk, nu er toch materiaal vrijkomt bij het aanleggen van de noordelijke rondweg om Breda, die bestrating zo'n 20 a 25 meter verder door te trekken? Zou het College een en ander eens in overweging willen nemen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 134