- 9 -
De Voorzitter zegt de Heer A.L. Oomen toe, zijn suggestie in over
weging te zullen nemen.
Wethouder van der Veeken merkt op, zijn gedachten hiernaar al eens
eerder te hebben laten uitgaan. Ik meen, zo zegt de wethouder, dat
daar kasseien liggen en dat er jaarlijks 750,betaald wordt
door het Rijk. Bovendien, aldus spreker, komen er nogal veel tanks
en op de kasseien wordt altijd gedraaid. Ik zou zeggen, in de toekomst
komen er straatstenen vrij uit de St.Josephstraatlaten we deze dan
gebruiken.
Hierna vraaa-t de Heer de Vries nog even te mogen terugkomen op het
pu it wat in de rondvraag is begrepen. Ik zou hierover n.l. nog één
ding willen zeggen. Is het niet zo, dat het gemeentebestuur van Breda
heeft moeten kiezen uit twee kwaden en hiervan het minst kwade heeft
gekozen. Het eerste kwade was: Eerlijk overleg over eerlijk structuur
plan, door deskundige mensen samengesteld. Aan dat eerlijk overleg
zaten echter zeer grote risico's verbonden. Het resultaat zou n.l.
kunnen uitwijzen, dat er geen redenen waren tot annexatie. Het tweede
kwade wordt gekozen, waar Breda, door het overleg op te zeggen, vol
komen weggooit de toezegging van de randgemeenten betreffende loyale
medewerking aan het structuurplan. Nu Breda gebroken heeft, zullen de
randgemeenten zich moeten opstellen en verdedigen, aldus de Heer de
Vries, teneinde e.e.a. te herzien, ook al zou dit nare consequenties
voor Breda tengevolge hebben.
Het moet toch wel zo zijn, concludeert de Heer de Vries, dat aan het
structuurplan voor Breda grote risico's verbonden zitten.
Wethouder Oomen zegt het volkomen met de laatste spreker eens te zijn.
Als men de laatste zin leest, waarin staat dat Breda verwacht, dat
bilateraal nog wel besprekingen gevoerd kunnen worden, dan ga ik mij
afvragen of men ons helemaal voor achterlijk aanziet. Zij nemen nu het
risico dat de woningbouw straks stagneert; zij hebben het overleg afgezegd.
Wij hebben toegezegd, het bouwvolume voor de eerste jaren veilig te stel
len. Mogen zij nu van ons verwachten, dat wij alsmaar knikken en vriende
lijk blijven, terwijl van de kant van Breda hiertegenover geen enkele
goedwillende stap wordt gezet?
Wij moeten natuurlijk antwoorden op het plan van G.S. zoals dit is voor
gesteld. Ik geloof dat het erg belangrijk is dat wij aan G.S. ook schrij
ven dat wij het betreuren dat in dit stadium een grenswijzigingsplan naar
voren is gebracht, niet gestoeld op een structuurplan. De fout, zo be
sluit wethouder Oomen, ligt op de eerste plaats bij Breda en op de tweede
plaats bij G.S.
De Voorzitter tenslotte: Er is geprobeerd met de randgemeenten een
structuurplan op te zetten. U hebt uit de ontwikkelingen kunnen opmaken,
op welke wijze wij steeds opnieuw hebben geprobeerd tot overleg te komen.
Breda wenst dit echter niet en heeft hierdoor kleur bekend. Breda, zo
besluit de Voorzitter, heeft gewoon geen zin gehad in dit overleg.
Hierna wordt de vergadering besloten met de
christelijke groet.