IJ en de Vethouders weten er meer van dan ik. Bovendien G.S.
hebben gesteld dat de geruchten "niet op door hen verstrekte
gegevens berusten". Verder is er meen ik, ook nog altijd de
afspraak, dat de gemeente Breda voor 1980 geen nieuwe ge
biedsuitbreiding zou nastreven. Mijnheer de Voorzitter, we
moeten toch aannemen dat een overheidsinstantie zijn gedane
beloften gestand doet?
Be beleidsnota van Breda - door meerdere burgemeesters
reeds besproken - naar mijn smaak door de een met meer en
door de ander met minder succes, die beleidsnota Mijnheer
de Voorzitter, zal ongetwijfeld op hoger niveau ook wel
worden gewikt en gewogen. Overigens zult U kunnen bouwen
op een vaste saamhorigheid in deze, en als er een verschil is
aan te wijzen, dan zou dit hoogstens kunnen bestaan in de
graad van het ongeschokt vertrouwen. Bit is niet verontrus
tend Mijnheer de Voorzitter, het komt in de beste families
voor, zelfs onder de apostelen was één "kleingelovige"
Mijnheer de Voorzitter, de verdere uitbreiding van de
kleuterschool is een dwingende noodzaak. Ongetwijfeld wordt
dit een kostbaar object, dat er toch zal moeten komen. Ik
twijfel er dan ook niet aan, wanneer de verdere bouw kan
worden gerealiseerd, U op de medewerking van de Raad zult
kunnen rekenen.
Tenslotte Mijnheer de Voorzitter wil ik ook "de hand in
eigen boezem steken" en dit wéér, mede n-~ „r aanleiding van
het exemplaar ontwerp-begroting 1968 waarvan ik in het be
gin sprak. Mijn wa rdering blijft dezelfde, mu_.r wel bracht
dit exemplaar en de daaraan verbonden kosten mij op de ge
dachte, dat ook ik als ra.dslid de nodige doelmatigheid
moet betrachten en mijn verlangens daarop moet afstemmen.
Ik wil eindigen Mijnheer de Voorzitter, met U, de
wethouders, mede-ra...dsleden en alle medewerkers hartelijk
te danken voor de goede samenwerking en verstandhouding in
het voorbije jaar, in de hoop, dat in het komende jaar veel
nuttig en belangrijk werk in goede samenwerking tot stand
kan worden gebracht in het belang van de inwoners van
"onze" gemeente. Ik dank IJ wel
Hierna verkrijgt de Heer G. de Vries het
woord; Tot mijn genoegen kan ik constateren, dat de
samenwerking zowel in de Raad, als tussen de Ra.:.d en het
College van B. en in het thans verstreken kalenderjaar
sterk verbeterd is. Ik heb tot mijn tevredenheid kunnen
constateren, dat door het College met de opmerkingen en
de wensen van - l^,at ik het met een groot woord zeggen -
de oppositie rekening gehouden wordt en dat het mogelijk
gebleken is op indirecte wijze positieve invloed uit te
oefenen op het bestuursbeleid.
Ik wil ook niet nalaten mijn waardering te uiten
voor de werkkracht en de activiteit van het College en
voor de prestaties van de gemeente-ambtenaren, zowel ter
secretarie als in de buitendienst.
- 6 -
7.