Vast staat thans, dat deze geruchten niet "berusten op door G.S, verstrekte gegevens. Typisch is overigens Mijnheer de Voorzitter, dat G.S. in een zo ernstige zaak pas zo laat hebben gereageerd en dat het mogelijk is dat de brief waarin G.S. deze mededeling doen gedateerd is 6-12-1967 en pas ont vangen wordt 22-12-1967. Als ik juist geinformeerd ben Mijnheer de Voorzitter, zou de bron van deze kwalijke geruchten een ambtenaar van de P.P.D, zijn geweest, die op een bijeenkomst in het kader van de be vordering van de belangen van de grensgemeenten tegenover de pers loslippig is geweest over ambtelijke plannen. Voor de rijksambtenaren bestaat met betrekking tot de geheim houding in artikel 59, lid 1, A,R*A,R» een stringent voor schrift luidende;"De ambtenaar is verplicht tot geheim houding van hetgeen hem in zijn ambt is ter kennis gekomen, voorzover die verplichting uit de aard der zaak volgt of hem uitdrukkelijk is opgelegd". Op de niet naleving van dit voorschrift zijn uiteraard strenge disciplinaire sancties gesteld Ook bij de Provinciale Ambtenarij zal ongetwijfeld een voorschrift van een dergelijke strekking voorkomen. Is het IJ ook bekend Mijnheer de Voorzitter of G.S. een onderzoek hebben gelast met betrekking tot het"annexatie- lek"of dit onderzoek tot resultaten heeft geleid en of de eventueel loslippige ambtenaar - die toch maar een hoop on rust heeft veroorzaakt - gecorrigeerd is! Mijnheer de Voorzitter, het zal niet verbazen als ik stel, dat de verkeersveiligheid op de Oosterhoutseweg mij grote zorgen baart. Tot mijn genoegen heb ik kunnen constateren, dat de Rijks politie tegenwoordig van tijd tot tijd toezicht houdt bij het oversteken van de schooljeugd. Toch blijft de situatie bij het zebrapad Kerkstraat - en in iets mindere mate ook bij de kruising Oosterhoutseweg/Moleneind - onbevredigend. De gedachte om deze punten te beveiligen met door het publiek te bedienen stoplichten lijkt mij een nader onderzoek op korte termijn waard. In Uw nieuwjaarstoespraak Mijnheer de Voorzitter heeft U gesteld, dat de Rijkspolitie van oordeel is, dat er geen andere directe oorzaak is aan te wijzen voor het grote aan tal ongelukken op de Oosterhoutseweg, dan menselijk falen. Dit zal wel zo zijn, maar desalniettemin ben ik van oordeel - en velen met mij - dat de weg zoals die er thans ligt in sterke mate mede oorzaak is en dat derhalve op de gemeente de plicht rust aan deze situatie zo snel mogelijk een einde te maken, ook al zouden de voorzieningen veel geld kosten* Opvallend is de regelmatige, op grove wijze, over schrijding van de maximum snelheid en de uiterst minieme controle daarop.Als het apparaat van de Rijkspolitie niet voldoende is voor een frequente snelheidscontrSle op deze levensgevaarlijke weg, zou dan niet, tegen betaling door de gemeente, gebruik kunnen worden gemaakt van de Bredase apparatuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 24