1 Het gemeentebestuur van Teteringen wenst op de eerste
plaats de zelfstandigheid van alle Baroniegemeenten
(Breda en randgemeenten) gehandhaafd te zien en is er
van overtuigd dat dit mogelijk is bij een juist over
leg en met de goede wil van alle samensprekenden.
./ij betreuren het dat "de vier"gedurende langer dan
een jaar in vruchtenloze bepsrekingen aan het lijntje
zijn gehouden en menen stelling te moeten nemen tegen
de wijze waarop G.S. beslissingen durft te nemen over
de zelfstandigheid van Brabantse gemeenten zonder
voldoende inspraak waarvan als recent voorbeeld
Wagenberg moet worden genoemd.
2. Over de beleidsnota van Breda op lange termijn hebben
wij onze eigen mening, die IJ allen reeds bekend is.
Over dit werkstuk is reeds veel gezegd en geschreven.
In grote lijnen zijn wij het eens met hetgeen door
andere bestuurders van de vier kleine gemeenten hier
over is gezegd, daar dit over het algemeen neerkomt
op de kritiek die ook wij hierop hebben geuit. Wij
hebben er echter op dit moment geen behoefte aan en
achten het terwille van de juiste sfeer in de thans
geïnstalleerde kleine commissie beslist niet opportuun
om in dit stadium in het openbaar op deze nota nog
verder in te gaan.
3. Wij zijn er van overtuigd dat de samenstelling van de
kleine commissie (5 bestuurders en 4 planologen) Uw
goedkeuring kan wegdragen daar dit op democratische
wijze is gebeurd. De indruk die wordt gewekt dat de
5 bestuurders 5 burgemeesters zijn, is niet waarheids
getrouw, want ik als wethouder heb zitting in deze
commisse naast 4 burgemeesters.
Ook wij hadden liever gezien dat nog één wet
houder in de commissie was gekomen, doch hieraan kunnen
wij niets veranderen, wij hebben het goede voorbeeld
gegeven dat echter geen navolging heeft gevonden.
Ieder College heeft zijn afgevaardigde zelf gekozen,
dus als men niet tevreden is moet men dat zijn eigen
College verwijten. Overigens meen ik toch te mogen
vaststellen dat de wethouders de vertrouwelingen van
de raad zijn, zodat men niet kan spreken over het
feit, dat de raad hierbij niet is betrokken. In
direct is de raad hierbij wel degelijk betrokken en
ons College heeft zich altijd op het standpunt ge
steld dat de gehele raad van alle ontwikkelingen op
dit terrein op de hoogte dient te worden gehouden,
zij het dan niet altijd in openbare raadsvergaderingen.
4. Wij durven verder aan te nemen dat U als raadsleden
voldoende vertrouwen hebt in de kleine commissie
t.a.v. de juiste werkwijze die zij zal dienen te
volgen en t.a.v. het aantrekken van de juiste des
kundigen op het moment waarop dat nodig zal blijken
te zijn. -Anderzijds kunnen wij U de verzekering geven
dat, wanneer zich onverhoopt moeilijkheden zouden voor
doen, U hiervan ook via ons College onmiddellijk op de
hoogte zult worden gebracht.
- 8 -
- 9 -