V - 3 - Hoewel de vier samenwerkende randgemeenten, zoals reeds door mij werd opgemerkt, de opdracht daartoe bij voorkeur hadden willen verstrekken via een op de wet gemeenschappelijke regelingen 1950 gebaseerd samenwerkingsorgaan en zich de praktische uitvoering anders hadden voorgesteld - b»v. de opdracht daartoe aan een objee tiet planoloog is er toch m.i. reden voor een zeker' voldoening» Ik geloof wel dat wij moeten trachten uit deze o: twikkeling, zoals deze nu heeft plaats gehad, het maximum te halen wat er voor onze gemeente in zit» Jen bekend oud vaderlands spreekwoord zegt over een dergelijke situatie"Je ter een half ei dan een lege dop". Ik spreek daarom do hoop uit, dat de verdere ontwikkeling van deze materie zich in t en goede sfeer zal gaan voltrekken in het belang van alle daarbij betrokken gemeenten. liet ontwerpen van het structuurplan zal opge dragen worden aai. de stedebouwkundigen van de betrokken gemeenten in nauwe bestuurlijke begeleiding van een ver tegenwoordiger uit het college van burgemeester en wet houders uit elke gemeente. In ons geval zal wethouder Oomen in deze kleine commissie plaats nemen. Hiermede wordt bereikt, dat deze vertegenwoordiger zijn college van burgemeester en wethouders als het ware van dag tot dag op de hoogte kan - en zal moeten - houden van de ontwikkeling» Men zal zeker ook niet mogen nalaten de raad van elke gemeente over de gang van zaken voortdurend te informeren» Dat deze begeleiding van de stedebouwkun- dige ook van de kant van de bestuurderen van de "kleine vier" een zeer krachtige zal moeten zijn is evident, op dat ook hun stem in deze commissie voldoende tot zijn recht zal kunnen konen» Jog even wil ik een kort woord wijden aan de houding var. de provincie t.a.v. de gerucht makende publikaties in de pers over do grenswijzigings- plannen voor Breda en omgeving. Ondanks het feit, dat zowel door het gemeentebestuur van Breda nut de "kleine vier" bij brief van 21 september 1967 als ook later door de vier randgemeenten in afzonderlijke brief bij de provincie aangedrongen werd hor. t a,v, deze plannen, des noods informeel, te informeren, zoals dit ook elders wel en met name in do provincie Noorcl-Holland het gebruik is, bleven zij aanvankelijk weigeren over deze aangelegenheid inlichtingen te verschaffen. Ook vanuit de Staten van Brabant werd zowel door do Burgemeester van Andel, Giesson en Rijswijk, het Staten lid Mr. J.M. Scholten, alsook do Oostorhoutse wethouder Mr. G.Brockx, crop gepersisteerd, dat er klaarheid in deze gebracht zou worden. Ook deze heren kregen nul op het request. Tenslotc kregen de B. en t.'s van de vijf samenspre'kende gemeenten een brief van de Provincie, d.d. 6 december 1967ontvangen n„b. op 22 december 1967, waarin door G.3. werd medegedeeld, dat de grenswijziging voor Breda en omliggende gemeenten niet op door hen ver strekte gegevens berusten. - 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 3