- 3 -
Met grote weemoed kijken wij deze avond na>_.r de plaats,
die nu open is, die niet mecr door htm ingenomen zal
worden.
Moge het hem gegeven zijn, om met de woorden van St.
Paulus te sprekens-^Hu $ij niet meer als door een spiegel
in raadselen behoeft te zien, de Heer te aanschouwen van
aangezicht tot aangezicht, in een volkomen kennen, zoals
hijzelf eenmaal gekend is."
Moge hij rusten in vrede.
Hierna verkrijgt Wethouder van der Veeken het woord;
Ha de woorden van de Voorzitter is het mij een behoefte
om mede namens mijn collega wethouder onze hooggeachte
secretaris te herdenken, nu op zo oen toch nog vrij on
verwachte wijze oen einde is gekomen aan zijn arbeidzaam
leven.
Wij, als wethouders, hebben het genoegen gehad om regel
matig en de laatste jaren zelfs zeer vaak met hem in de
B.en W.-vergaderingen te mogen samenwerken, terwijl door
deze contacten automatisch een vriendschappelijke band is
ontstaan. Want hoe beter men de Heer Meuwese ging leren
kennen, hoe meer waardering en respect men kreeg voor de
vele goede eigenschappen die hij met zich droeg.
Ik denk hierbij op de eerste plaats aan zijn onkreukbaar
heid als ambtenaar, w. ^rdoor hij bij het adviseren van
ons college van onschatbare waarde was. Hij we-nste steeds
alle problemen objectief maar daarnaast uiterst vriende
lijk te benaderen, zodat wij steeds wisten dat een advies
van hem eerlijk en weloverwogen werd gegeven.
Daarnaast was hij arbeidzaam, vol werklust en hij stond
steeds klaar om hoe of waar ook te helpen. Hooit was hem
iets teveel, nooit werd het voor hem te laat of werd er
tevergeefs een beroep gedaan om nog meer te doen of nog
meer te vergaderen. Zelfs gedurende de laatste jaren,
toen zijn gezondheidstoestand hem vaak dwong rust te
nemen of het wat rustiger aan te doen, vocht hij tegen
zijn ziekte in en wou en zou hij werken al was het hem
vaak Veel te veel.
Ik denk aan zijn geweldige diplomatie, zijn grote tact
en zijn overdreven goedheid. Wellicht is zijn grootste
slechte eigenschap geweest dat hij veel te goed was.
Hij wilde iedereen helpen en kon heel moeilijk kwaad zijn
en misschien is daarvan, wellicht ook door ons, wel eens
teveel misbruik gemaakt.
Zijn diplomatie en tact is haast spreekwoordelijk te
noemen^ het was hem dan ook gegeven om in omstandigheden
wanneer de gemoederen te verhit dreigden te worden of de
gesprekken in een te scherpe richting dreigden te gaan,
het verlossende woord te spreken waardoor het geheel weer
tot de juiste proporties kon worden teruggebracht en de
juiste toon kon worden teruggevonden.
- 4 -