6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging d_er Algemene_ Pclitievero~rdening De Vo_orzitter stelt de leden in de gelegenheid op- of aan merkingen" te maken t.a.v. dit agendapunt. De Neer van de Wijgerd verzoekt punt b zodanig te redigeren, dat, wanneer een hond los loopt onder leiding van een be kwaam persoon, zoals in punt a genoemd, dit ook binnen de bebouwde kom is toegestaan. De Voorzitter wijst de Heer van de Wijgerd echter op het feit, dat loslopende honden verkeersmoeilijkheden en last kunnen veroorzaken. De Heer van de Wijgerd zegt er van overtuigd te zijn dat zijn hond dergelfjke dingen niet zal uithalen, waarop de Voorzitter repliceert gaarne te geloven dat de Heer van de Wijgerd een goed opvoeder is van zijn hond, doch dat dit zeker niet van iedere hondebezitter zal kunnen worden gezegd. De Heer de Vries, die te kennen heeft gegeven eveneens even het woord te willen voeren, zegt dat naar zijn mening de voorschriften zc5 moeten worden gemaakt dat deze gemakkelijk hanteerbaar zijn voor de politie. De politie moet zonder meer kunnen constateren of de Algemene Politieverordening wordt overtreden. V/ethouder Oomen zegt het hiermede volkomen eens te zijn. Het moet inderdaad zo zijn, dat zij die moeten toezien dat de wet wordt nageleefd, de mogelijkheid hebben om in te grijpen. Dat wil echter nog niet zeggen, dat wanneer iemand een hond bij zich heeft die toevallig niet aan de lijn loopt, proces verbaal wordt opgemaakt, doch, zo zegt de wethouder, als er zich bepaalde omstandigheden voordoen dan moet de politie verbaliserend kunnen optreden. De politie moet de gelegenheid worden gegeven in te grijpen. Men kan nu eenmaal moeilijk stellen deze persoon is wel en die persoon is niet in staat zich met een loslopende hond op straat te begeven. Dan zou de rechter moeten uitmaken wie hiervoor wel of niet capabel is. Ha de uiteenzetting van wethouder Oomen te hebben aanhoord zegt de Heer van de Wijgerd hiervoor "toch wel begrip te kunnen opbrengen. De Voorzitter benadrukt het feit, dat het voorstel beoogt een einde te maken aan rondzwervende honden op terreinen en particuliere eigendommen en tevens om te voorkomen dat zij hinder veroorzaken voor het verkeer en mensen op straat lastig vallen. De Heer de_7ries zegt dat men zich moet realiseren, dat door deze wijziging van de A.P.V. een aantal mensen over last wordt aangedaan doch dat ook de andere zijde van de medaille moet worden bekeken en men zich dan moet afvragen, wat er allemaal kan gebeuren wanneer b.v. een grote boxer of poedel zo maar zonder toezicht rondloopt. Als daardoor een ongeluk zou worden veroorzaakt, aldus spreker, zou dit mensenlevens kunnen kosten. Wanneer men deze zijde stelt tegenover de andere, dan geloof ik dat er toch wel voldoende reden is achter het voorstel te gaan staan. 4 - - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 52