Als lid van Kerk- en Schoolbestuur, Voorzitter van D.E.T.O. -
ik denk hier vooral ook aan de activiteit van D.E.T.O. bij de
totstandkoming van de z.g. D.E.T0.-woningen - als lid van het
Jeugdcomité, Jeugdraad en nog verschillende andere activiteiten.
Tot slot Heer Mertens, wil ik mij over Uw hoofd heen, tot Uw
familie wenden. Mijn meest hartelijke gelukwensen gaan hierbij
allereerst uit naar haar, die Uw zorgen deelt: Mevrouw Mertens-
Kaandorp, alsook naar Uw kinderen. Het is ook hün dag vandaag.
Uw glorie is ook de hunne. Het moet U, Mevrouw Mertens en Uw
kinderen tot zeer grote voldoening strekken, dat Uw echtgenoot,
respectievelijk vader, tot dit ambt is opgeklommen.
Ik zou, Mijnheer Mertens, vanavond bij mijn felicitaties zt-er
zeker tekort schieten, als ik ook Uw moeder niet in deze geluk
wens betrok.
Mevrouw Mertens-v.d. Biggelaar, ook U wil ik in het bijzonder in
mijn gelukwens en die van het Gemeentebestuur betrekken bij de
benoeming van Uw zoon Jan tot Secretaris onzer gemeente. Hoe
heerlijk is het voor een moeder, wanneer zij nog kan meemaken,
wanneer één van haar kinderen een belangrijke mijlpaal in het
leven bereikt.
Ik hoop van ganser harte, dat het U gegeven zal zijn Uw zoon
nog verscheidene jaren als Secretaris van Teteringen in functie
te zien.
Geachte Heer Secretaris, ik moge het hierbij laten. Ik wens U
heel vele gelukkige jaren toe in Uw nieuwe functie, moge het
secretariaat onzer gemeente U die voldoening geven, die U
stellig ervan verwacht."
Hierna verkreeg wethouder Oomen het woord:
"Mijnheer de Voorzitter, ik zou tot de Heer Mertens willen
zeggen dat het moeilijk is als tweede spreker te fungeren.
Vooral als de eerste spreker zo'n goed gedocumenteerd stuk
ter tafel heeft gebracht wordt het moeilijk daaraan nog iets
toe te voegen. Namens ons, wethouders, bied ik de Heer Mertens
onze hartelijke gelukwensen aan. Misschien vindt U het gek, dat
ik als tweede wethouder het woord voer terwijl dit eigenlijk
mijn collega zou moeten doen. Dat dit niet het geval is, ligt
niet aan het feit, dat mijn collega het minder goed of slechter
zou doen dan ik, maar dit vindt zijn oorzaak uitsluitend in het
feit, dat wij elkaar zo bijzonder goed aanvoelen. Toen ter
sprake kwam dat door de wethouders het woord zou moeten worden
gevoerd, heeft mijn collega gezegd:"Dan zou ik willen, dat jij
dat doet" en hieraan heeft hij eigenlijk verder niets meer toe
gevoegd. Hij wist, dat ik het op prijs zou stellen namens de
wethouders te spreken. Dat vindt zijn oorzaak in het feit,dat
ik de Heer Mertens op meer terreinen meemaak dan mijn collega
en ik vind het prettig deze kans te hebben gekregen.
Ik weet niet meer in welk jaar dat mijn vader zaliger gemeente
secretaris was op het moment dat U de eerste stappen als volon
tair op het gemeentehuis zette. Mijn vader hechtte geweldig
veel waarde aan het beroepsgeheim. Hij wilde zelfs niet eens
tegen mijn moeder zeggen wie er op een bepaalde dag trouwde.
Dan moest ze zelf maar gaan kijken, zei hij, dan wist ze het ook.
- 5 -
- 6 -