e, Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 21 augustus 1963, houdende goedkeuring van het raads besluit d.d. 12 juni 1968 tot verkoop van gronden in bestemmingsplan "Noord". Be Voorzitter vraagt wie van de aanwezigen op- of aanmerkingen heeft aangaande dit agendapunt. Be Heer de Vries geeft hierop te kennen, even het woord te wil len voeren. Mijnheer de Voorzitter, zo zegt de Heer de Vries, ik heb in het controle-rapport van het Verificatiebureau ge lezen, dat de kohieren voor reinigingsrechten en straatbelasting nog niet waren opgemaakt. Is dit thans gebeurd? Kunnen wij de aanslagen binnenkort verwachten en wat is de reden dat de kohieren nog niet zijn opgemaakt. Be Voorzitter antwoordt de Heer de Vries, dat het laat opmaken der kohieren zijn oorzaak vindt in de gezondheidstoestand van de betreffende ambtenaar. Morgen, zo gaat de Voorzitter verder, worden de aanslagen echter verzonden. Mijnheer de Voorzitter, zo zegt de Heer de Vries, nu heb ik nog een tweede vraag. Ik heb gemerkt, dat op bepaalde voorschotten geen aflossing plaatsvindt. Hoe zit dat eigenlijk? Is dit een vertraging of een aanzienlijke achterstand in aflossing op be paalde leningen? ethouder 0 o mendie deze vraag van de Heer de Vries beantwoordt zegt het geval te kennen en meent te weten, dat het over ƒ.1400, gaat. Bit bedrag, aldus de wethouder, is intussen reeds volledig afgelost op ƒ.200,na» Bit, dankzij medewerking van onze maat schappelijk werkster. Er is thans meer afgelost dan overeenge komen was» In verband hiermede spreekt de Heer de Vries zijn waardering uit aan het adres van de maatschappelijk werkster. BeVoorzitter dankt de Heer Oomen voor zijn antwoord in deze aan de Heer de Vries. Voorstel inzake een verzoek om subsidie van de "Bond tegen het vloeken" te^ Jj3_ Gravenhage Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt be sloten geheel overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders Voorstel inzake een verzoek om subsidie van de Ni er-Sti ch.tijng Nederland_ je Amsterdam "Mijnheer de Voorzitterzo zegt de Heer de Vries, die te kennen heeft gegeven een opmerking te willen maken,"ik begrijp de be zwaren van Uw College wel» Van de andere kant zou ik willen vragen: Hoe is het in den lande? Hoeveel gemeenten steunen deze Stichting eigenlijk?" Het stuit mij n.l. tegen de borst, aldus spreker, dat inzake deze belangrijke kwestie zonder verdere in formaties afwijzend wordt geadviseerd. Ik denk o.a. aan de enorme gewetensconflicten waarvoor de artsen komen te staan, wanneer zij beslissingen moeten nemen. Er moeten mensen sterven, terwijl bij de beschikking over meer apparatuur het leven van sommige mensen misschien nog wat gerekt had kunnen worden. 3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 77