En de huidige bewindsman, Mr. Beernink, oordeelt in de
memorie van toelichting, behorende bij de begroting voor
het jaar 1968 ,ik citeer letterlijk "Naar de mening van
ondergetekende moet samenvoeging van gemeenten, zowel
grenswijziging, achterwege blijven, wanneer de problematiek,
waarin de gemeenten zijn geraakt, of zullen geraken, met
andere middelen, waarbij met name aan samenwerking is te
denken, op een doeltreffenden wijze tot een oplossing kan
worden gebracht".
Voorwaar mijne Heren, leden van de raad, een duidelijke
uitspraak, volkomen op de problematiek van deze streek
van toepassing. Indien men het stuk nu nuchter en kritisch
bekijkt, dan valt het al bij een oppervlakkige beschouwing
op, - en dit is de teneur van het stuk - dat de provincie
meent, dat Breda voor een goede stadsuitleg practisch het
gehele landelijke gedeelte van de bij dit plan betrokken
gemeenten, absoluut nodig heeft. Om dan nog te constateren
dat de dan nog resterende kern klein moet blijven, geen
verdere uitgroei mag hebben en daarom maar meteen van de
kaart moet worden geveegd als zelfstandige gemeente.
En dit alles zonder verdere adstructie.
Ik persoonlijk geloof evenwel, dat Gedeputeerde Staten
niet al hun kruit nu reeds in dit stadium verschoten hebben,
en dat zij op een later tijdstip wel met zwaardere argumen
ten zullen komen. Want als men zoiets ernstigs wil gaan
ondernemen als de opheffing van drie bloeiende randgemeenten,
zoals in dit plan dat nu ter tafel ligt voorgesteld, dan
zal men beslist met veel steekhoudender argumenten moeten
komen. Het is te hopen, dat de dreiging van de volmaakt
overbodige annexatie van Teteringen kan worden afgewend
en dat het gezonde verstand zal zegevieren.
IJ kunt er wel van overtuigd zijn, dat alle daartoe geëigende
middelen ten volle door ons zullen worden aangewend. Er
staan nog vele mogelijkheden open om verzet te bieden.
Onze gemeente is een voldoend krachtige, die de beste
waarborgen biedt tegen een al te opdringende stadsuitbreiding
een dorp met een eigen individualiteit, en dat aldus het
meest tegemoet kan komen aan de wensen van diegenen, die
buiten de steenhopen van de steden willen wonen. Het bestaan
van kleine, goed geoutilleerde eenheden rond een stad, is een
zaak van democratie. Niet alleen omdat de democratie in deze
kleine eenheden veel beter tot haar recht komt, doordat de
burger veel dichter bij zijn bestuurderen staat dan in een
stad, waar het gemeentebestuur maar een anonimiteit is, maar
vooral doordat de burger, die dat wenst, buiten kan wonen
dus een keus kan doen, zonder persé verplicht te zijn, als
het ware door de technocratie gedwongen te worden om in een
stad te gaan wonen.
Wordt een dorp geannexeerd, dan wordt het een wijk.
De afstand van de bestuurderen wordt, zoals ik reeds opmerkte
oneindig veel groter.