zitter geeft hierna een uitvoerige uiteenzetting over de inhoud
van het beroepsschrift.
Nu is hetzo vervolgt de Voorzitter, de bedoeling van Burgemees
ter en Wethouders on twee brieven te doen uitgaan» Op
de eerste plaats een brief, waarin wij de minister ver
zoeken om van zijn besluit van 21 juli 19&9 terug te komen, een
gewoon verzoek dus, en vervolgens, om de termijn ingevolge de Wet
beroep administratieve beschikkingen niet te laten ventrijken,
een beroepsschrift ingevolge deze wet aan H»M» de Koningin»
De Voorzitter verleent hierna het woord r a\ Wethouder Oomen»
Mijnheer de Voorzitter, zo zegt Wethouder Oomen, de brief aan H»
M» de Koningin is voldoende toegelicht» Hij lag ook bij de stuk
ken ter inzage, zodat de heren er volledig kennis van hebben kun
nen nemen» Wat ik nog wilde zeggen is het volgende» De hele zaak
wordt naar mijn smaak volkomen onverteerbaar en het wordt een
verschrikkelijk onsportieve strijd» En dat is, wat mij het meest
irriteert» Gedeputeerde Staten hebben 9 maanden rondgelopen met
een plan, waaraan zij uiteindelijk niets hebben veranderd» Negen
volle werkmaanden hebben zij verloren laten gaan» W&s er dan wer
kelijk zoveel haast bij deze affaire. IJu wensen zij
van ons, dat wij in drie vakantiemaanden onze mening kenbaar ma
ken» Dit is gewoon machtswellust, zou ik willen zeggen, dit raakt
kant noch wal» En ik wil er voor pleiten, dat bij iedereen in het
politieke leven de aandacht werd gewektom aan dergelijke absur
de situaties een einde te maken» Ik ben er voor om 2e-Kamer-leden
te benaderen om aan de minister te vragen of dit nou de juiste
manier van werken is» Daar komt bij, dat de minister het pres
teert om te zeggen, dat we al lang op de hoogte waren» Maar we
waren helemaal niet op de hoogte» De Commissaris van de Koningin
heeft immers letterlijk gezegd,"het is nog maar een plan; wij
horen graag jullie mening, en dan zullen we naderhand wel zien,
wat er uit de bus komt'»' Dus wij hebben niets kunnen doen geduren
de die 9 maanden, dat ze de zaak rustig in nun bureau hebben
laten liggen» Dus 9 werkmaanden, dat er niets gedaan is, en van
ons wordt in 3 vakantiemaanden onze mening verwacht» En de opmer
king van de minister: "Ik merk nog op, dat ook na afloop van be
doelde termijn de Raad tijdens hot verdere verloop van de proce
dure volgens de gemeentewet, alle gelegenheid heeft zijn ziens-