- 5 - Pc Voorzitter antwoordt hierop, dat hierover momenteel bespre kingen gaande zijn. Wij zullen U, zo zegt hij, tijdig over de lconsekwenties informeren. Wethouder Oomen zegt, dat er geen konsckwonsties zullen zijn. Ik heb zelfs de indruk, zo zegt hij, dat de ambtenaren er blij mee zijn. Hierna worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangeno men ko Voorstel tot het intrekken van dc"Vcrordening op do Elcktri- citeitsbelasting" De heer A. Oomen zegt een opmerking te hebben in positieve zin. Ik zie de intrekking van de belasting als een goede zaak. Ik heb hierbij de hoop, dat dit door de betrokkenen ook zo zal worden ervaren en dat er dan voor deze keer - ik zou zeggen als bij uitzondering - zal worden ingezien, dat de geschiede nis toch nog niet helemaal stilstaat en dat er naast kritiek ook wel eens een enkele keer waardering mag zijn voor genomen besluiten. De Voorzitter dankt de heer A. Oomen voor de hartelijke woor den Hierna wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 5 o Voorstel tot hot wijzigen van de "Algemene Politieverordening voor de gemeente Teteringen" De heer A. Oomen merkt op, dat in het pre-advics een interes sant voorbeeld wordt genoemd, n.l. art. 73 van de A.P.V., het vechten op of aan de weg. Daar staat bij, zo zegt hij, dat dit in onze gemeente gelukkig niet vaak voorkomt. Men zou zich kunnen voorstellen, dat ook zo'n spiegelgladde weg als wc gis teren hadden, preventief zou kunnen werken ten aanzien van het vechten op of aan de weg, als men tenminste geen zout zou strooien. Maar ik wil er toch ook iets ernstigs van zeggen. Mijn eerste gedachte is geweestdat het toch wat tegenstrij dig aandoet, als men nu tegen Kerstmis een besluit gaat nemen, dat verzwaring van straf en boete inhoudt. Toch kan ik met het voorstel van de officier van justitie wol meegaan, omdat op de eerste plaats gedacht is aan een preventieve, voorbehoedende werking en dat kan inderdaad de vrede bevorderen, al zal net - 6 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 163