17.
Na het uitspreken van deze rede verzoekt de Heer
A.L» Qomen het woord. Mijnheer de Voorzitter, zo zegt de Heer
Oomen, namens de Raad wil ik U gaarne dankzeggen voor Uw jaar
rede, voor Uw hierin uitgesproken goede wensen en voor Uw dank
aan ons gericht voor de prettige samenwerking. Wederkerig onze
dank voor de prettige samenwerking die de Raad heeft gehad met
U en Uw College. Spreker merkt op, de jaarrede heel uitgebreid,
doch de inhoud ervan nogal somber te vinden, hetgeen, aldus
spreker, waarschijnlijk zijn oorzaak vindt in de uitvoerige
behandeling van het herindelingsplan van Gedeputeerde Staten
voor Breda-Noord. Verder, aldus spreker, acht ik de jaarrede
een heel interessant stuk en ik meen dat er gelegenheid ge
noeg zal zijn bij de begrotingsbehandeling op een en ander
in te gaan. Ik wilde het, na U nog veel sterkte en wijsheid
voor het komende jaar onder alle en vooral onder moeilijke
omstandigheden te hebben toegewenstvoorlopig hierbij laten»
Notulen van de vergadering van 17 december 1968»
De Voorzitter stelt hierna de agenda aan de orde
en vraagtwie van de aanwezigen nog op- of aanmerkingen heeft
ten aanzien van de voorgelegde concept-notulen» Daar niemand
hierover het woord verlangtworden deze ongewijzigd vastge
steld»
Ingekomen stukken.
a. Koninklijk Besluit van 20 december 1968, nr.5, waarbij wordt
goedgekeurd het raadsbesluit van 12 november 1968 tot wijzigin
van de Verordening Reinigingsrechten 1961;
b. Besluit d.d. 11 december 1968 G.nr.331350, van Gedeputeerde
Staten tot goedkeuring van de wijziging 31a van de gemeente
begroting dienst 1968;
c» Besluit d.d» 18 december 1968G„nr3295^1van Gedeputeerde
Staten tot goedkeuring van de aankoop van de pastorie;
d. Brief d.d. 16 december 1968 van de Geschied- en Oudheid
kundige Kring van Stad en Land van Breda "De Oranjeboom"
te Breda, waarin dank wordt gebracht voor de toegekende
subsidie»
De sub a t/m d genoemde stukken worden voor kennis
geving aangenomen»
Voorstel tot het verlenen van een subsidie aan de Algemene
Karnavalsvereniging "De Sikken".
De Heer G.W.R. üe Vries geeft te kennen aangaande dit agendapunt
het woord te wensen. Na gesteld te hebben, dit voorstel een pret
tig onderwerp te vinden en waardering te hebben voor het voorstel
van Burgemeester en Wethouders in deze, zegt de heer de Vries
dat een en ander hem wei heeft verbaasd. Het betreft hier een
subsidie voor 1969? aldus spreker» Vandaag, zo zegt hij, is het
de 21e» januari 1969 en na deze raadsvergadering zal in een
commissievergadering de begroting behandeld worden. Daarom nu
verbaast het mij, dat men hier nu al een besluit wil gaan nemen,
betrekking hebbende op de begroting 1969? terwijl wij -i. op dit
moment de totaliteit van deze begroting nog niet kunnen overzien.
Ik had het principieel juister gevonden als wij op 30 januari a.s
over dit onderwerp hadden gesproken.