20.
Tot slot, als laatste controle, is nog bepaald, dat de
eerste tijd alle retributieberekeningen naar de Sociale
Dienst Breda gaan, alleen met dit verschil, dat de naam
van de cliënt niet voorkomt op het formulier, zodat de
controlerend ambtenaar niet weet hoe de financiële situatie
van betrokkene thuis is. Ik geloof, dat op deze wijze alle
voorzorgen genomen zijn om bij voorbaat alle mogelijke fouten
of vergissingen te voorkomen.
De Heer A.L. Oomon dankt de wethouder voor zijn toelichting
en zegt dat een en ander voldoende duidelijk is.
De Heer de Vries zegt naar aanleiding van hetgeen door wet
houder Oomen is gesteld, in eerste instantie te willen vragen
of het juist isdat hij uit het prae-advies de indruk heeft
gekregen, dat het niet de wethoudersclub van de Baronie van
Breda, doch de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelij
Werk is geweestdie op een en ander heeft gewezen.
Verder, zo zegt de Heer de Vries, ben ik geschrokken van het
geen wethouder Oomen stelde, namelijk dat de gang naar de
Algemene Bijstandswet bedelen zou zijn. Dit is, aldus de
Heer de Vries, geen bedelen doch een goed recht.
Wethouder Oomen antwoordt de Heer de Vries dat de Minister
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk inderdaad
heeft gewezen op het onjuiste systeem, dat de gezinszorg
via twee bronnen werd gefinancierd. Dat neemt echter niet
wegaldus spreker, dat deze regeling een produfct is van
de wethoudersclub. Op de tweede plaats, aldus wethouder Oomen,
zich tot de Heer de Vries richtend, vertelt U mij echt niet
iets nieuws door te stellen dat een beroep doen op de Alge
mene Bijstandswet een recht is. Dit neemt echter niet weg,
dat nog steeds zeer veel mensen, helaas veel te veel, dit
als bedelen beschouwen en zolang dit door deze mensen zo
gezien wordtis het voor hen bedelen en voelen zij het als
zodanig aan.
De Heer de Vries zegt blij te zijn met deze verduidelijking.
Ik ben het daarom nog niet met de wethouders eensdatomdat
deze mensen dit aanvoelen als bedelen, het ook zo zou zijn.
Wethouder Oomen zegt het met de Heer de Vries eens te zijn,
dat ernaar moet worden gestreefd, de mensen zóver te brengen,
dat zij het niet erg meer vinden.
Hierna wordt besloten overcenlcomstig het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
5Voorstel inzake een verzoek om subsidie van de Nier Stichting
Nederland te Amstex'dam.
Op de vraag van de voorzitter, wie met betrekking tot dit
agendapunt het woord verlangt, antwoordt de Heer de Vries
bevestigend. Mijnheer de Voorzitter, zo zegt de Heer de
Vries, deze materie ligt mij na aan het hart. In Uw toe
lichting op dit agendapunt beklemtoonde U zojuist nog dat
deze kwestie zonder mee.r rijkszaak zou zijn. Als ik nu de
begroting opensla, aldus spreker, dan staan er onder hoofd
stuk IV"Volksgezondheid" een enorm aantal subsidies, zo
als o,a. t.b.c. - bestrijding, wijkverpleging etc. etc. Waar
ligt nu het verschil tussen genoemde subsidie-toekenningen
ex het verzoek van de Nierstichting, omdat U zo duidelijk
stelt: dit is een rijkszaak. Ik geloof, zo zegt de Heer de
Vries, dat deze zaak anders benaderd moet worden.