21.
Waar gaat het om? Dit hebben we kunnen lezen uit de stukken,
die ter inzage lagen, aldus spreker. De apparatuur die be
schikbaar is, schiet tekort. Daarnaast is er nog een personeels
tekort. Terwijl het nu technisch mogelijk is om mensen in leven
te houden, of eventueel mensenlevens te verlengen totdat de
medische wetenschap weer verder is, moet een aantal mensen
zonder meer sterven omdat niet voldoende geld beschikbaar is
voor de aanschaffing van apparatuur en/of de aantrekking van
personeel. Omdat het verschrikkelijk is voor de betreffende
mensen om geen hulp te kunnen ontvangen, en voor de artsen,
om geen hulp te kunnen verlenen, lijkt het mij onjuist zoals
Uw College dit voorstel presenteert. Ik ben het met U eens,
aldus de Heer de Vries, dat een subsidie van 25,-- be
lachelijk zou zijn en dat aan deze Stichting verhoudingsge
wijs een behoorlijk subsidie zou moeten worden verleend.
De Voorzitter antwoordt blij te zijn, de Heer de Vries te
horen instemmen met het feit, dat ƒ.25,-- belachelijk zou
zijn. Ik zou willen zeggen, aldus de Voorzitter, dat de
ziekten,in de begroting opgenomen, meer "volksziekten"
genoemd kunnen wordenwaaronder "nierziekten" naar de mening
van de Voorzitter niet gerangschikt kunnen worden omdat
deze niet zo algemeen verbreid zijn. Hierin, zo zegt de Voor
zitter bestaat volgens mij het graduele verschil.
Wethouder Oomen stelt,dat het tegenover de vele motieven,
waarom de Heer de Vries vóór subsidieverlening iser even
zoveel kan aanvoeren tegen. Eén daarvan is, aldus spreker,
dat wij allerlei stichtingen uit emotionele overwegingen
subsidie hebben toegezegd. Zoals de Nierstichting zijn er
op allerlei andere terreinen soortgelijke stichtingen.
Nogmaals, aldus de wethouder, voorheen waren wij door
emotionele gevoelens op de verkeerde weg en nu zijn we tot
de ontdekking gekomen dat wanneer we ergens beginnen, er
geen einde meer in zicht is. Dit, zo zegt wethouder Oomen,
is het motief om er echt niet langer mee door te gaan. Ik
blijf beweren dat dit toch in de eerste plaats een zaak is
die rijksoverheid moet subsidiëren. Deze organisatie is
met een subsidie van een paar tientjes van kleine gemeenten
niet geholpen. Terheijden en Rijsbergen geven ƒ.25,Hier
mede kunnen wij ons er echter niet vanaf maken, aldus de
wethouder, hetgeen impliceert, dat, indien wij zouden subsi
diëren, we alle subsidies aan alle stichtingen zouden moeten
verhogen. Hier kan men motieven vóór en tegen blijven aanvoeren,
zo zegt wethouder Oomen. Vorige keer, aldus de wethouderheb
ben wij uitvoerig over dit onderwerp gediscussieerd en we
hebben toen gesteld: Laten we bij andere gemeenten infor
meren. Nu is bekend, dat ook andere gemeenten, met uit
zondering van Rijsbergen en Terheijden geen subsidie
verlenen.
De Heer de Vries zegt dat dit laatste hem in vele op
zichten verbaast. Ik meen gelezen te hebben, zo zegt hij,
dat het nog lang niet zeker is, dat alle gemeenten dit zo
zullen doen, tenzij U zich voorstelt, dat alle Raden met
de voorstellen van de Colleges zullen instemmen. Ik vind het
verregaand, te stellen, dat als het College "a" zegt, de
Raad dit eveneens zal doen. De stelling, dat dit een rijks
zaak is, waarmede men als gemeente niets te maken heeft,
acht ik onjuist. Verder is de Heer de Vries van oordeel,
datwanneer de Nier Stichting niet gesubsidieerd kan
worden, een aantal andere subsidies, bijvoorbeeld voor
astmabestrijdingtuberculose etc., zal moeten worden ge
schrapt