2.
384- Nieuwe inwoners vestigden zich in onze gemeente, 377 in
het jaar daarvoor. Het stijgingspercentage der bevolking
handhaafde zich op hetzelfde niveau, n.l. plus minus 6,3
Dit bewijst weer eens temeer hoe bijzonder aantrekkelijk
Teteringen is voor de stadsmens, die zowel vanuit Breda als
vanuit de randstad Holland, gaarne buiten wil wonen. Zowel
door de ligging als door het type huizen dat er gebouwd wordt,
kan rustig gezegd worden dat Teteringen zich tot een van de
fraaiste plaatsen in de Baronie van Breda ontwikkeld heeft.
Vertrokken in 1968 234 personen uit onze gemeente, in 1967
bedroeg dit aantal 229. De geboorten bedroegen 67 tegenover
in het jaar daarvoor 65» Het aantal der overledenen bedroeg
17, 15 in 1967. Het aantal huwelijken belien in 1968; 26, in
1967 41.
Het bevolkingsaccrès zal zich, als er tenminste geen al te
ongunstige faktoren zich voordoen, ongetwijfeld in 1969 in
behoorlijk tempo voortzetten. Daartoe zal zeker ook bijdra
gen, dat het bestemmingsplan "De Gouwen I" in 1969 geheel
voltooid zal worden, terwijl ook met het bestemmingsplan
"De Gouwen II" een aanvang gemaakt zal worden.
De inter-gemmentelijke samenwerking en hot grenswijzigings
plan Breda-Noord:
Ik kom nu,mijne heren, leden van de Raad, bij de belangrijk
ste gebeurtenis van het jaar: !&e mededeling van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant van 11 september 1968, dat zij
voornemans zijn een herindelingsplan voor het gebied Breda-
Noord aanhangig te maken. Het leek mij dienstig een overzicht
te geven van de onmiddellijk da raan voorafgaande ontwikke
ling en het uiteindelijke gevolg van dit voorstel: de weige
ring van Breda om over een struktuurplan te praten, indien
daarbij tevens niet dit voorstel in overweging zou wordenge-
nomen. Was het mij vorig ja„r bij mijn nieuwjaarsrede nog
mogelijk een enigszins optimistisch geluid te laten horen
over de samenwerking in de agglomeratie Breda, op "dit moment
is het helaas niet meer mogelijk iets positiefs over deze
materie te zeggen. Als er iets zeker is, mijne heren, dan is
het wel dit, dat ons gemeentebestuur van meet af aan - U be
hoeft in het archief het dossier "Intergemeentelijk Overleg
orgaan" er maar op na te slaan - zich zeer positief heeft op
gesteld tegenover ieder voorstel om tot intergemeentelijk
overleg te komen. Dat een gemeente als de onze, en in het al
gemeen de gemeenten rondom Breda zich enigszins huiverig voe
len op stuk van deze materie, is na alles -wat er in het ver
leden gebeurd is, dacht ik, wel te begrijpen. Dat het grens-
wijzigingsvoorstel van Gedeputeerde Staten het produkt zou
kunnen zijn van de onwil van de vier kleine randgemeenten
om tot samenwerking te komen, is nauwelijks denkbaar. Toen
in 1965 het oude overlegorgaan mede door toedoen van Ooster
hout en Etten-Leur in het slop gerekt was, hebben wij op
de vraag van het gemeentebestuur van Breda d.d, 19 april
1966, of Teteringen bereid was een gemeenschappelijke rege
ling aan te gaan ter behartiging van de gemeenschappelijke
belangen op het gebied van de ruimtelijke ordening, bij
brief van 7 juni 1966 positief gereageerd.
Dit Bredase voorstel werd door nog vier andere randgemeen
ten op gelijke wijze benaderd als wij dit deden.
Dat het evenwel faalde is jammer genoeg ook in dit gevalL te
wijten aan de houding van Etten-leur en Oosterhout, onder het
motief, dat hun belangen meer in andere richting gingen
-3-