2.
-3-
5Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt be
sloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders,,
6o Bespreking van het voorontwerp streekplan West-Brabant.
De Voorzitter stelt het streekplan aan de orde en wil hier
een Inleiding over houden met enige kritische vragen, naar
aanlfeiding waarvan een open discussie kan ontstaan.
De inleiding luidt aldus:
De grote structurele veranderingen in het westelijk deel van
Brabant maken een bezinning op zijn toekomst noodzakelijk en
urgent. Een belangrijk instrument daarbij is een streekplan.
Volgens de wet op de ruimtelijke ordening kunnen de provin
ciale staten voor één of meer gedeelten of voor het gehele
gebied van hun provincie een streekplan vaststellen. Ket dient
voor het geven van aanwijzingen door Gedeputeerde Staten acm
de gemeentebesturen voor hun bestemmingsplannen. Een streek
plan wordt vervat in een beschrijving van de meest gewenste
ontwikkeling in hoofdlijnen van het gebied, dat in het plan
begrepen is en zo nodig van de fasen, waarin die ontwikke
ling zich zal moeten of kunnen voltrekken. De hoofdlijnen
van die ontwikkeling moeten in beeld worden gebracht op kaar
ten, die het streekplan vergezellen. Tevens gaat het verge
zeld van een toelichting, waarin de aan het plan ten grond
slag liggende gedachten en het resultaat van het door Gede
puteerde Staten verrichte onderzoek zijn neergelegd. Gede
puteerde Staten moeten de provinciaal planologische commis
sie horen en moeten overleg plegen met alle bij het plan
betrokken gemeentebesturen. Hun is de plicht opgelegd, met
het oog op de toekomstige ontwikkeling van het gebied van
hun provincie een onderzoek in te stellen:
1. naar de bestaande toestand;
2. en naar de mogelijke en wenselijke ontwikkeling van de pro
vincie, mede in verband met die van een aangrenzend gebied.
In het kort komt het hierop neer dat dit onderzoek betrekking
moet hebben op de natuurlijke gegevens van de provincie of
dat gedeelte daarvan, waarvoor een streekplan dient te worden
vastgesteld: de bevolkingsontwikkeling, de ontwikkeling van
de welvaartsbronnen, de sociale en culturele ontwikkelingen
in de samenleving; de mogelijkheden en wenselijkheden voor
de ruimtelijke ontwikkeling van de provincie; de behoeften
op het stuk van de verschillende facetten daarvan, hieronder
begrepen. Eind maart 1969 ontvingen wij van Gedeputeerde Sta
ten een voor-ontwerp streekplan West-Brabant met het verzoek
U hiervan in kennis te stellen en eventuele reacties voor
31 mei a.s. schriftelijk mede te delen. Een aantal gespreks
groepen uit de lokale besturen hebben vergaderd teneinde hun
mening over het onderhavige voor-ontwerp kenbaar te maken
aan de z.g. provinciale stuurgroep, welke onder leiding stond
van de Heer van Liendcn,in het College van Gedeputeerde Sta
ten belast met de ruimtelijke ordening. Eind maart werd het
nu ter discussie zijnde voor-ontwerp gepubliceerd om, zo als
het provinciaal bestuur dit uitdrukte, een open gesprek hier-
ovér op gang te brengen, om zodoende inspraak bij de tot
standkoming van dit plan zo breed mogelijk tot haar recht te
laten komen. De officele procedure tot vaststelling is daar
mede nog niet begonnen. Deze omvat: de ter visielegging van
het ontwerpplan, de mogelijkheid om bezwaren in te dienen,
de vaststelling door de provinciale staten.