k. 5. Gezien de reactie van Breda als dienstencentrum en met het oog op de maximale uitbouw van de stad dient zij het meest in aan merking te komen als het gaat om vastiging van bedrijven of in stellingen in de stuwende diensten-sector. Over Gteterhout wordt in dit vei~band opgemerkt, dat het zich in korte termijn kan ontwikkelen tot regionaal-centrum. InfrastructuurWat de infra-structuur betreft wordt op bldz. 10 gezegd, dat de verbinding Breda-Moerdijk urgent is. Op de plan kaart is hiervoor een tracé getrokken langs Breda-Noord door de Haagse Beemden en ten oosten van Zevenbergen. Een nieuwe spoor lijn Breda-Oosterhout-Dongemond is de eerste fase, in de tweede fase uit te bouwen via Gorinchem naar Utrecht. Deze geplande spoorlijn N-Z als de west-oost route Fijnaart-Zevenbergen-Don- gen-Tilburg doorsnijden dan het gebied van de Lage Vught. Op bldz. 11 deel I is sprake van de ruimtelijke structurering- deze wordt in belangrijke mate bepaald door de ligging van de stedelijke concentraties Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom; tus sen deze stedelijke gebieden zijn z.g. groene geledingszones ge projecteerd. Binnen deze urbane gebieden kan de gewenste gele ding wórden gebracht door middel van bufferzones. Als bufferzone in ons gebied wordt aangemerkt de zone tuusen Breda en Ooster hout WoongebiedenOp bldz. 12 wordt gesproken over de differentiatie in woon-niveau. Er wordt geconstateerd, dat een optimale benut ting van het milieu-eigene van de kernen en hun omgeving, een veelal rijk geschakeerd natuurlijk gegeven, is geboden. Hiertoe is in het plan een differentiatie van stads- en dorps- gebieden geïntroduceerd. Di-ie z.g. lijnen worden besproken te weten Dorpsgebiedenstads/dorpsgebieden en zuivere stadsgebieden. Te- teringen behoort tot gebied A d.w.z. de dorpsgebieden; ken merk: (Je uitbreiding dient zich in karakter en presentatie aan het bestaande milieu aan te passen, l) lage dichtheid; 2) open bebouwing; 3) afwezigheid van middelhoge en hoogbouw. In dit kader wordt ever Teteringen opgemerkt: xle nauw bij de agglomera tie van Breda betrokken kernen: Teteringen, Terheijden, Ulvenhout en Prinsenbeek completeren de gewenste differentiatie van het woonmilieu binnen de agglomeratie. De omvang van de betreffende woonfuncties is echter om ruimtelijke redenen te beperken. Hier bij is van belang de realisatietermijn van de nieuwe stadsdelen van Breda. Het komt mij voor, dat met completeren bedoeld wordt de mogelijkheid om bijv. een villa of bungalow buiten d.w.z. in landelijk milieu te bouwen, iets wat in een stad niet of nau welijks mogelijk is. De uitleg van Teteringen en Tei~heijden is, gegeven de aan deze kernen toegekende functiedie van lo kaalniveau is te noemen-- en de ruimtelijke mogelijkheden, be perkt. Deze beperking zal ten ene male niet mogen beletten, dat Teteringen, gelet op de brief van 19 april 1968 van het pro vinciaal bestuur betreffende het bestemmingsplan "Gouwen II" de mogelijkheid krijgt om uit te groeien tot een plaats van 8000 inwoners, zoals in genoemde brief gesteld wordt. Ip. dit verband zou ik U willen wijzen op de gedachte, die gelanceerd wordt op bldz. 3 van het eigenlijke voor-ontwerp; dat nmlhet streekplan niet beoogt het effectueren van een strak keurslijf voojr de toe komstige ontwikkelingsmogelijkheden van de gemeenten. Men mag verwachten, dat men zich bij onze bestemmingsplannen deze uit spraak van het streekplan zal weten te herinneren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 70