■6. Deel II: toelichting bevolkiaKssprciciiiK en bevolkingsgroei Het streekplangebied telt momenteel circa 475°000 inwoners van de 1,7 miljoen van de gehele provincie. Dit is 27,5 van het totale Inwonertal. De oppervlhkte bedraagt 14-70 km2 29,8 van gchèel BrabantDe bevolkingsdichtheid is het grootst in Breda e.o. 463 per km2.,389 in Roosendaal e.o.,l8l in het Land van Heusden en Altena en 152 in het N.W. Kleigebied. 25 van de totale bevolking van het gebied woont in Breda. Sedert 1950 nam de bevolking toe: in de regio Breda met 33 Bergen op Zoom - Roosendaal 30 Land van Heusden en Altena 22 kleigebied 10 In de periode 196O-1967 nam Tcteringen toe met 2,5 Terheijden met 2,4 Prinsenbeek met 4 Van de 44 gemeenten, die tot het gebied behoren staat Teteringen wat bevolkingsaanwas in het jaar 1968/1969 betreft op de 4de plaats met ruim 6 Alleen Putte met 10,5 Prinsenbeek met 9,6 en Giesscn met 8,6 overtroffen onze groei. Vervolgen wij onze tocht door de toelichting dan vinden wij op bldz. 21 de inkomensstruktuur behandeld. Vermeldendswaard is, naar het mij voorkomt, dat een verstrakte groei van het gemid delde inkomen per inwoner heeft plaatsgehad o.a. in die gemeen ten, waarin deze groei als een van de stedelijke struktuur afge leide groei mag worden beschouwd, de randgemeenten van Breda. Op bldzi l4 hfdst» VII behandelend de woonstructuren wordt opge merkt dat: De hoge tot zeer hoge cijfers voor de particuliere woningbouw de z.g. ongesubsidieerde bouw, worden waargenomen in de randgemeenten van Breda (allochtone woonfunctie). Bij de bespreking over landschap en recreatie wordt onder de paragraaf over de recreatiestreken van het plan gebied op bldz. 55 opge merkt: Enige uitbreiding van de dagrecreatieve uitrusting in de bosgebieden tussen Breda en Oosterhout is gewenst. De aanwezige verblijfsaccomodatie dient verder te worden gesaneerd, doch niet te worden uitgebreid. In hfdst. IX van de toelichting, waarin een samenvattende schets de functies der kernen wordt besproken wordt onder punt 3 over de woonfunctie gezegd: De stadsrandge meenten vervuilen een belangrijke woonfunctie voor de alloch tone bevolking. In het streekplan gebied vervult naast Halsteren, Prinsenbeek, Terheijden en Nieuw-Ginneken Teteringen deze functie. Op bldz. 53 wordt over de kleine kernen nog gesteld: uit de onderzoeksresultaten is naar voren gekomen dat de proble matiek der kleine kernen in belangrijke mate is terug te voeren tot een leefbaarheidsprobleem. Voor deze leefbaarheid acht men van grote betekenis, naast het verzorgingsniveau en de ligging van de hetreffende kern, het dynamisch element in de groeikracht. Naast de kernen, die in aanmerking komen om ontwikkeld te worden tot volledig-lokalc centra, zijn er een aantal kernen, welke thans reeds over een vrijwel compleet lokaal verzorgingsniveau beschikken. Deze kernen kunnen op korte termijn uitgroeien tot volledig lokale centra. Teteringen wordt terecht m.i. onder de ze kernen gerekend. V/oonstrakturcn Op bid?,. 54 toelichting worden de woonstrukturen besproken. 3 typen worden onderscheiden, urbaan, semi-urbaan en ruraal. Tot de?e laatste categorie wordt de woonstrulctuur van onze gemeen te gerejeend: lage dichtheid van bebouwing, geen hoogbouw, veel vrijstaande bebouwing. Gp bldz. 56 toelichting wordt nog een opmerking gemaakt betref fende de infrastruktuur -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 72