7 De grote verkeersproblematiek zal zich echter reeds op korte tèr- mijn manifesteren binnen de stadsgewesten. De opstelling van stadsgewestelijke verkeers- en vervoersplannen kan als urgent worden gezien. Aan het slot van dit overzicht zou ik gaarne nog enkele opmer kingen willen maken: 1o Men kan zich de vraag stellen, of voor een behoorlijke bestu dering van dit voor-ontwerp niet te weinig tijd is gelaten, daar de termijnen voor behandeling door de lagere overheden zo krap zijn geqteld, dat men wellicht te haastig te werk moet gaan bij de bestudering en behandeling van het plan. 2de overgelegde stukken zijn niet in voldoende mate verstrekt, om tot een gefundeerde meningsvorming van de onderscheidene B. en W„s te komen, laat staan die van de gemeente-raden. 3ik vrpag mij af, of de groei van het gewest niet te sterk afhankelijk is gesteld van de groei van bepaalde centra als bij voorbeeld Breda, tevens zou de vraag kunnen rijzon of er niet te veel de nadruk op Breda is gelogd, hoof clgemeent e West-Brabant, gezien de enorme mogelijkheden, welke er in de regio Bergen op Zoom aanwezig zijn tussen Antwerpen en Rotterdam en Zeeland. 4. er wordt m.i. in dit voor-ontwerp te weinig gesproken van c- conomische, sociale en culturele aard en te veel over gronden, gebouwen etc. Te veel over zaken, tc weinig van de mens in dit zo stormachtig groeiend deel van Brabant. 3 o Voor een volledige bestudering en een zo ruim mogelijke dis cussie ware het naar mijn mening beter geweest, als dit plan eer der in de openbaarheid was gebracht, tesamen met de alternatieven. Men krijgt namelijk toch de indruk, dat de provincie zich te veel heeft vastgepind op dit nu in behandeling zijnde voor-ontwerp, zodat men slechts het woord "voorontwerp" behoeft weg te laten, om vervolgens het plan vast tc stellen. 6de vrije ontplooiing van bepaalde gemeenten (kernen) kan door dit plan worden afgeremd c.q. aangetast, waardoor alles in een te eng keurslijf, ondanks de verzekering van het tegendeel. 7men kan zich afvragen of er bij het opstellen van dit plan wel voldoende rekening gehouden is met de plannen van Antwerpen, Rotterdam en de provincie Zeeland, immers in voetnoot blclz. 3 wordt opgemerkt dat het overleg met de aangrenzende provincies (laat staan met België) is afgesloten. Dit betekent dat er een plan is afgesloten zonder dat het over leg met uiterst belangrijke partners is afgesloten. Ik wil eindigen met de constatering, dat met alle kritiek, die men eventueel °P c1-it plan kan hebben, men kan vaststellen, dat er in betrekkelijk korte tijd een machtig stuk werk voltooid is, dat een wegwijzer naar de toekomst kan zijn. Het poogt een blik op dc toekomst te werpen van West-Brabant. Inzoverre is dit voor-ontwerp de moeite waard om bediscusieerd te worden. Hierna krijgt wethouder Oomcn het woord Mijnheer de Voorzitter, aldus de wethouder, het zal niet te voor komen zijn dat ik bij mijn betoog soms in herhalingen zal vallen. Maar toch wil ik graag mijn visie op dit streekplan geven. Hierna houdt de Wethouder het navolgende betoog: Wannear wij het commentaar in "De Stem" van 24 mei 19^9 lezen over het streekplan dan valt mij op dat wordt gesteld, dat het weinig zinvol is bij de discussie over het streekplan mmt uitsluitend de eigen positie in het oog te houden. -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 73