12.
-13-
(pag.39) Sprekende over de woonfuncties wordt medegedeeld dat de
stadsrandgemeenten een belangrijke woonfunctie voor de allochtone
bevolking vervullen. Onder de in dit streekplan bedoelde stads
randgemeenten valt ook Teteringen. Het lijkt ons onder verwijzing
naar hetgeen reeds eerder is gezegd uitetst belangrijk dat deze
kernen dienen te worden gehandhaafd en de mogelijkheid krijgen
in redelijkheid en in overleg verder uit te groeien.
Dit geldt temeer als blijkt dat zulks mogelijk is zonder exjflorbi-
tante hoge belastingen voor de inwoners, met een maximum aan
wooncomfort, hetgeen blijkt uit de opmerking op pag. 53 waar
staat: daarnaast zijn er een aantal kernen welke thans reeds be
schikken over een vrijwel compleet lokaal verzorgingsniveau.
Deze kernen kunnen op korte termijnen uitgroeien tot volledige
centra. Te noemen zijn o.a. Teteringen
Tenslotte nog even de financiële kant, nu ik zojuist over belas
tingen sprak. Het valt mij op dat tot nu toe niemand zich heeft
afgevraagd hoe zal de financiering van een dergelijk plan in de
toekomst moeten plaatsvinden. Hoe staat het met de economische
haalbaarheid, zal in verband daarmede het plan niet in fases
moeten worden uitgevoerd en welke fases genieten dan prioriteit?
Ik kan me voorstellen dat hierop nu nog geen concrete antwoorden
zijn te geven, toch zijn het vragen die ongetwijfeld bij velen
zullen gaan rijzen en waarop de antwoorden toch een keer zullen
moeten volgen. Die antwoorden kunnen nog weieens zeer interes
sant, maar wellicht hier en daar zeer teleurstellend, aandoen.
Wanneer U mij hebt gehoord zou U wellicht de indruk krijgen dat
ik niet zo enthousiast ben over dit streekplan. Niets is echter
minder waarIk heb zeer veel respect en waardering voor dit
werkstuk, doch aan de hand van deze kanttekeningen en mogelijke
opmerkingen van volgende sprekers zullen wij -wellicht tot een
eensluidende conclusie kunnen komen, waarbij diverse onvolkomen
heden niet onvermeld mogen blijven. Overigens zijn mijn opmer
kingen racer detailzaken die betrekking hebben op onze eigen ge
meente en die blijkbaar het gevolg zijn van het feit dat de
P.P.D„ (en wellicht ook G.S.) niet voldoende op de hoogte zijn-
lof willen zijn) van cle groeikracht van en de belangstelling-
voor de stadsrandgemeenten, waarmede in een vrij land met vrije
burgers bij hun vrije keuze naar woonplaats en woning rekening-
moet worden gehouden, zolang dat in het kader van de ruimtelijke
ordening maar enigszins mogelijk is.
Hierna krijgt de Heer G.W.R. de Vries het woord.
Mijnheer, de Voorzitter, aldus de Heer de Vries, in tegenstelling
tot de vorige sprekers zal ik mijn betoog uit het hoofd houden.
Ik wil graag mijn clank uitspreken aan de vorige sprekers voor
hun gedegen voorbereiding, maar wil toch wel opmerken dat het wen
selijk zou zijn geweest als cle Voorzitter zijn rede kalmer had
voorgedragen, nu heeft zijn betoog aan kracht ingeboet.
Het plan op zich, zo vervolgt de heer de Vries, maakt een goede
indruk, zij het dat de cijfers waarop de prognoses zijn gebaseerd
een onjuiste indruk geven van de feiten. Men leest het aanvan
kelijk argeloos na, en men wordt dan geconfronteerd met zulke
grove fouten dat men vraagtekens moet gaan zetten.
De cijfers die worden gehanteerd zijn voor een streekplan veel te
oud. Uit het ontwerp volgt dat alle reden voor een zelfstandig
bestaan vcor geruime tijd aanwezig is.
All een, aldus de Heer de Vries, is door Gedeputeerde Staten een
regiefout gemaakt, de verkeerde volgorde is genomen, negen maan
den geléden een minder doordacht idee: het herindelingsplan en hu.
het ontwerp-stx-eekplan.