2 -
Sprekende namens het kollege, aldus wethouder Oomen, zal
ik gaarne met u de nota die aan H.M. de Koningin gezonden is,nader
bespreken. Uiteindelijk is het de bedoeling niet, dat we nu al
een duidelijke mening kenbaar maken ten aanzien van dit stuk, dat
praktisch gelijkluidend is aan het voorontwerp, alleen met dit
verschil, dat het aantal inwoners gekorrigeerd is. Verder is aan
het voorontwerp en aan de aanbiedingsnota betrekkelijk weinig
veranderd, zodat alles wat in de openbare raadsvergadering is ge
zegd,' .onverkort gehandhaafd kan blijven» We zullen nu even de
nota bezien» Aanvankelijk, zo zegt de wethouder, zag Breda zich
genoodzaakt steeds uit te groeien in verband met een beleid, ge
richt op industrievestigingOmdat dit beleid mislukte, richtte
men zich toen op dienstverlening en massale woningbouw» Breda had
ten aanzien van de woningbouw inzake de contingentering een streep
je, voor omdat de grotere steden steeds goed aan hun trekken kwamen»
Breda had inderdaad kunnen uitgroeien tot een aantrekkelijk en be
langrijk wooncentrum» Als we nu zien wat hier in de buurt allemaal
verrezen is, dan moeten we toch konstateren, dat men de bus volkomen
heeft gemist. Een verstedelijking, dusdanig, dat het voor geen
mens meer behoorlijk wonen is, waardoor de trek naar en de belang
stelling voor de randgemeenten nog steeds met de dag toeneemt»
Dit - kunnen en willen we niet tegenhouden, aldus wethouder Oomen,
maar ik spreek de vrees uit, dat, als de grotere stedenkoncen-
tr'aties zich blijven ontwikkelen zoals zij dat thans doen, wij
allên straks gedwongen zullen worden in betonnen hokjes rond te
dolen, zodat ik mij afvraag of wij niet op de verkeerde weg zijn»
Tevens zal met name Breda zich op grond van genoemde Tweede
Nota moeten ontwikkelen tot opvangcentrum voor de overloop van
het zuidelijk deel van de Randstad
Hièrover merkt spreker op, dat het voorontwerp-streekplan hierover
wel iets genuanceerder spreekt» Volgens dit plan zal het met die
overloop nogal meevallen, zodat hij zich afvraagt of hier misschien
twee instanties naast elkaar aan het werken zijn, die van elkaar
niet weten wat zij schrijven.
De met het nationaal en provinciaal planologisch beleid be-
pogde uitgroei van Breda maakt het gewenstdat de stad Breda
<?p gezonde wijze - onbelemmerd - zal kunnen uitgroeien tot een
ëterk stedelijk steunpunt in West-Brabant."
Ik zou hierop willen antwoorden, dat door de randgemeenten nooit
enige belemmering aan de ontwikkeling van Breda in de weg is ge
legd. Wij stonden steeds open om in onderling overleg belemmeringen
op te vangen» Het is, zo zegt wethouder Oomen, een gebrek aan in
zicht van Breda, dat duidelijk elke mogelijkheid tot samenwerking
uit de weg is gegaan.
De mogelijkheden voor Breda om op eigen territoir in de komende
behoefte aan woningen en andere stedelijke elementen te voor-
zien zijn nog maar beperkt» De gemeente Breda beschikt thans
nog over terreinen voor woningbouw voor in totaal 5-000 a 6.000
woningen.
Dit, aldus wethouder Oomen, bestrijd ik ten zeersteBreda heeft
zelf het "groene boekje" uitgegeven waarin wordt opgemerkt, dat
er nog voor de bouw van 17-000 woningen grond aanwezig is, waar
bij dan bovendien nog geen rekening wordt gehouden met het bestem
mingsplan Princenhageaan welk gebied overigens sedert 19^2 bij
zonher weinig aandacht is besteed. Enige voortvarendheid ten aan
zien van de wijk Princenhage zou de bewoners daar niet onwelkom
zijn geweest.