gemeente in een bepaalde regio, teneinde de hun toegewezen
taken beter te kunnen vervullen.
De door ons voorgestelde regionale samenwerking biedt in
vergelijking met het annexatie-voorstel der Provincie, wa r-
bij voorlopig drie gemeenten zouden moeten verdwijnen, de
mogelijkheid dat in de streek,waarin Breda het verzorgende
centrum is, de gemeenten in hun huidige vorm kunnen blijven
bestaan, met alle grote voordelen vandien, zij het dat de
Haagse Beemden, zoals reeds tussen Breda en Prinsenbeek was
overeengekomen, bij het Bredase stadslichaam zullen worden
gevoegd. Er is, en dat is misschien toch wel zeer de moeite
waard om op te merken, van de zijde van de Provincie nimmer
de opmerking gema...kt, dat Teteringen of een van de beide
andere op te heffen gemeenten, tekort zijn geschoten in hun
taakvervulling.
Dat de huidige omstandigheden een samenwerking in streekver-
band vereisen, doet daaraan niets af. Een samenwerking, zo
als deze door ons beoogd wordt, biedt juist bij uitstek de
mogelijkheid, taken op streekniveau doeltreffend te behar
tigen, terwijl anderzijds de gemeenten op hun beperkt terri
toir kunnen blijven funktioneren.
Men dient bij ons bestel juist in het instituut van de ge
meente de uitdrukkingsvorm te zien van de mogelijkheid van
de burger om belagstelling te koesteren, en die daadwerke
lijk tot uitdrukking te brengen voor het algemeen belang,
dat hij het zijne noemt.
De gemeente is dus als het ware de voedingsbodem voor gezon
de initiatieven vanuit de burgerij, tot het aanvaarden van
mede-verantwoordelijkheid
Deze voedingsbodem berust mijns inziens in het gemakkelijke
contact, tussen burgerij en het gemeentebestuur in een dorp
zoals het onze. Het bestuur bevindt zich nog dicht bij zijn
burgers en de burgers vinden de weg naar hun bestuurders.
Er bestaat, om het zo uit te drukken, nog een doorzichtig
heid van de verhoudingen, die juist op plu. tselijk vlak
de democratie meer dan een holle frase maakt. Het is uit
gesloten, dat de bevolking van Teteringen, wanneer zij een
maal naar Breda zal zijn overgegaan, zich t.a.v, het gemeen
tebestuur van Breda op gelijke wijze zal kunnen gedragen als
tegenover het eigen. Belangstelling zal dun plaatsmaken voor
onverschilligheid, een onverschilligheid tegenover een ge
meentebestuur dut voortaan ergens vanuit de verte begeert,
dat de nieuw verworven gebieden als een Wingewest zal gaan
behandelen.
Breda kan een rauwelijkse annexatie van Teteringen, dus zon
der dat daar een behoorlijk struktuurplan aan ten gronde
ligt, niet anders verdedigen, dan met de opvatting der ruim
telijke autarkie der stad, d.w.z. de opvatting huldigen
dat iedere maatschappelijke aktiviteit, welke meer of min
met de stad samenhangt, zich op het eigen territoir der stad
moet afspelen. Dit is nu een totaal verouderde opvatting
bij sociologen/planologen en bij mensen van de wetenschap,
welke vandag aan de dag evenmin houdbaar is als die van de
volstrekt gemeentelijke autonomie. Het is immers reeds
sinds jaren een algemeen aanvaard bestuurlijk inzicht, dat
de invloed van de stad zich in een zeer wijd gebied om de
stad heen vertakt. Het gehele gebied is in de plaats van de
stad gekomen.