- 8 - Verder wordt als argument genoemd, dat als gevolg van de hoger ge kwalificeerde voorzieningen, die door Breda verzorgd zullen worden, de kern Teteringen hot karakter zal krijgen van een "stadswijk", en daarom maar moet worden opgeheven» Mijnheer de voorzitter, afgaande op ervaringen zoals bijvoorbeeld met de kern Princcnhageben ik niet erg optimistisch ten aanzien van pen toekomstige stadswijk Teteringen onder Bredaas bestuur en ik heb zonder chauvinisme méér vertrouwen in het doen van onze eigen zaken» Zoals gezegd, worden al onze reaktiestot heden ge lanceerd, beleefd, maar grondig terzijde geschoven» Niettemin zul len ze onverminderd krachtig, te gelegener tijd en ter bevoegde plaatse, moeten worden ingediend» Onze bezwaren tegen de aantasting- van ons eigen woon- en leefmilieu, waarin de burger het recht heeft, het dpmokratisch recht, zich een "eigen" woonmilicu te scheppen, dat niet tot uithoek wordt gedegradeerd» Onze bezwaren, ook ten aanzien van de agrarische bevolking, die rechtstreeks in zijn bestaans mogelijkheid wordt aangetast, zonder dat hiertegenover redelijke, gelijkwaardige mogelijkheden kunnen worden geboden» Ik weetdat hierover afwijkende meningen bestaan, maar durf toch mijn stand punt te handhaven en wil hier te zijner tijd graag nader en uit voeriger op terugkomen» Onze bezwaren ook, tegen de behandeling van dit plan als geheel, waarbij geen aandacht wordt geschonken, noch aan een streekplan, nóch aan een struktuurplan en waar in het geheel geen belang stelling blijkt te bestaan aan een inbreng van "de mensen" die erbij betrokken zijn» De burgemeester heeft eens gezegd, het kruit te willen droog- houden» Ik hoop, dat dit is gelukt» Dan kan nu de volgende fase aanvangen: het in stelling brengen van het geschut» De juiste man op de juiste plaats» Daarna het bepalen van de "doelen"» Laten we dit alles samen doen! Eensgezind, in het belang van een rechtvaardige en goede zaak: "Het behoud van onze gemeente!" Hierna wordt het woord verleend aan het raadslid de heer D.van de Wijgerd. Spreker deelt mede, dat hij gaarne na al hetgeen al is gezegd, nog een tweetal punten wil onderstrepen» Op de eerste plaats betreft dit het gebied van Rith en Effen, dat als open ruimte tussen Breda en Etten-Lcur moet fungeren en als tuinbouwgebied is aangemerkt» Hij vergelijkt dit met de Hoge - en de. Lage Vugtalhier, een gebied, dat een zelfde karakter heeft» Ook hier liggen aan het bebouwen van laatstgenoemd gebied, gezien de gesteldhi|ed van de bodem, bijzonder hoge kosten ten grondslag» Daarnaast is hij van mening, dat het voor Breda mogelijk moet zijn, in samenwerkingsverband op verantwoorde basis, ook op gebied, ge legen buiten het eigen territoir, te bouwen» Hierna verleent de voorzitter het woord aan de heer P» van Pelt» De heer van Pelt geeft als zijn mening te kennen, dat er met dit heriiïdelingsplan teveel verstoppertje wordt gespeeld» Het kardinale punt van de aanhangig gemaakte herindeling ligt volgens hem in het feit, dat Breda Teteringen niet nodig heeft, maar dat er een "oor log op grote schaal" wordt gevoerd» Er komen steeds meer grote gemeenten, alleen omdat enkele mensen daar financieel mee zijn ge baat» Aangezien de overige door hem te behandelen punten reeds door een van zijn voorgangers zijn besproken, geeft hij het woord terug aan de voorzitter»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 90