Wethouder J»S»P»M» Ocmen zegt, dat het natuurlijk niet toeval
lig is, dat de brief aan Breda tijdens de raadsvergadering is
voorgelezen» Deze brief, zo zegt hij, komt nu in de publiciteit
en dat zal Breda stimuleren om snel te antwoorden, zoals ik
verwacht» Mocht er niet snel worden gereageerd, dan zal onzer
zijds op een direkt antwoord worden aangedrongen» We hebben ook
nog de prettige zekerheid, dat Gedeputeerde Staten niet zo vlot
zijn met het verlenen van goedkeuring, als het over kredieten
van een half miljoen gaat»
De heer J» Gerritsen zegt enige opmerkingen te hebben met be
trekking tot de begrotingstechniek» Tot mijn verwondering, zo
zegt hijmoest aan de raad een krediet worden gevraagd voor de
aanschaffing van een telmachientje en een stoel e.d»» Is er in
de begroting niet een post opgenomen, zodat deze zaken zonder
administratieve rompslomp kunnen worden afgehandeld?
Wethouder JSPH»Oomen zet uiteen, dat de inrichting van de
gemeentebegroting is vastgelegd in allerlei voorschriften» Po
pulair in het kort gezegd komt het hierop neer, zo zegt hij,
dat voor de aanvang van ieder jaar een begroting wordt vastge
steld, waarin de te verwachten inkomsten en uitgaven voorkomen»
Het dagelijks bestuur van de gemeente is bevoegd om die uitga
ven te doen als de begroting is vastgesteld en goedgekeurd»
Maar zodra de uitgaven de geraamde kosten overschrijden, moet
door de Raad bij begrotingswijziging het meerdere beschikbaar
v/orden gesteld, waaruit duidelijk blijkt, dat de Raad het hoog
ste bestuursorgaan van de gemeente is»
De heer J» Gerritsen zegtdat hij bedoeltdat in het lopende
begrotingsjaar reeds rekening gehouden moet worden met zaken
als nu aan de orde zijn» Daartoe, zo zegt hij, zou uit een of
andere post, b»v» de post "onvoorzien" moeten kunnen worden ge
put
Gemeente-secretaris J»B»A» Mertens zegt, dat de heer Gerritsen
zal begrijpen, dat de verbouwing van het gemeentehuis nogal
wat heeft gekost» Uiteraard, zo zegt hij, is voor een zo belang
rijke zaak als deze verbouwing door de Raad het nodige krediet
verleend» Dit bedrag is natuurlijk zo goed mogelijk geraamd,
maar wanneer later blijkt, dat er eigenlijk nog wat meer zou
moeten gebeuren, dan voorzien was, dan ligt het voor de hand,
dat burgemeester en wethouders aan de Raad om een aanvulling
vragen» U noemt in dit verband de post "onvoorzien"»