GEMEENTE
TETERINGEN
VERSLAG
van het vragenhalfuur na de vergadering van de gemeenteraad van
Teteringen op 17 november 1970 in het gemeentehuis te Teteringen.
AANWEZIG:
GemeentebestuurAoC„J. Backx (raadslid), Mr. FM„ Bloemen (bur-
gemeester)jTjTm. Esser (raadslid), S.J.M. Gerits (raadslid),
JoM. de Jong (raadslid), A.M.M. Kohlmann (raadslid), J.B.A. Mer-
tens (gemeente-secretaris), J.S.P.M. Oomen (wethouder), P. van
Pelt (raadslid), A.A. van der Veeken (wethouder), D.J.A. van de
Wijgerd (raadslid).
ToehoordersJ.A.P.M. van den Bosch, Breeschot l6; A.J. van den
Broeck, Steenbergen 1; C.P.L. van Dijk, Steenbergen 12; P.A.M.F.
HuijsmansBollaard 12; A.Th. van Lange, Echbronk 25; W.A.C. van
Meel, Steenbergen l4; G.J. van der Meer, Nieuwstraat 3; H. Swin-
kels, verslaggever dagblad "de Stem"., Breda; J.A.M. van der Vee
ken, Kerkstraat 3; J.H.Th.A. van de Wiel, Kerkstraat 15.
De Heer W.A.C. van Meel zegt de Heer S.J.M. Gerits te willen be
danken voor diens opmerking over loslopende honden. Wij hebben
hier, zo zegt hij, in de Steenbergen veel last van.
Verder wilde ik een vraag stellen naar aanleiding van agendapunt
8, de instelling van een commissie van advies en bijstand aan
Burgemeester en Wethouders inzake planologische maatregelen.
De instelling van deze commissie is aangehouden totdat bekend is
wie voorzitter wordt. Is het in dit geval zo belangrijk wie er
voorzitter wordt of is het een kwestie van politiek?
De Hoer Mr. F.M. Bloemen zegt dat het hier inderdaad enigszins
een politieke kwestie betreft.
De Heer J.S.P.M. Oomen zegt dat deze zaak gezien de behandeling
tijdens de vergadering voor het publiek misschien niet goed uit
de verf is gekomen. Volgens de onder agendapunt 7 vastgestelde
verordening, zo zegt hij, kunnen er commissies van advies en
bijstand worden ingesteld. Een dergelijke commissie bestaat uit
een voorzitter, die door Burgemeester en Wethouders uit hun mid
den wordt benoemd en uit vier leden, die door de Raad op aanbe
veling van Burgemeester en Wethouders worden benoemd. Nu heeft
de Heer Gerits tijdens de vergadering gesteld, dat de Raad niet
zo snel tot de benoeming van de leden behoeft over te gaan, nu
Burgemeester en Wethouders nog geen voorzitter hebben aangewezen.
De Heer W.A.C. van Meel vraagt of hij het goed heeft begrepen,
dat de 1 eden"van cle commissie worden benoemd op aanbeveling van
Burgemeester en Wethouders.
De Heer J.S.P.M. Oomen zegt dat de kandidaten voor de commissie
inderdaad door Burgemeester en Wethouders worden gesteld.
De Raad, zo zegt hijkan slechts benoemen of niet benoemen.
-2-