Er is ook geen jurisprudentie op dit punt» Het feit dat het herin
delingsplan zo lang wegblijft is overigens wel een bewijs, dat er
aan gedokterd wordt en dat we nu niet hetzelfde plan zullen krij
gen voorgeschoteld als het vorig jaar. Het is wel opmerkelijk,
dat het herindelingsplan Breda-Noord niet tegelijk met het plan
Westbrabantse Riviermonden in procedure is gebracht, omdat bv.
Terheijden bij beide plannen is betrokken, terwijl alleen het
plan Westbrabantse Riviermonden ter inzage gelegd kan worden.
Het is dus duidelijk, dat op het plan Breda-Noord nog volop wordt
gestudeerd, anders waren beide herindelingsplannen terwille van
de eenvoud wel gelijktijdig ter inzage gelegd. Het geeft ons
de stille hoop, dat er nog niets verloren is, of misschien wel
veel te winnen valt straks. Ik blijf optimistisch.
Be Heer G.J. van der Meer vraagt of het de bedoeling is, dat met
de nieuwe trekker de klandestiene vuilopslagplaatsen in de bos
sen worden opgeruimd. In de omgeving van rijksweg 27 liggen, zo
zegt hij, al enkele maanden wel enkele kubieke nieters vuil.
Ock verschillende dode honden en katten heb ik er al begraven.
De Heer Mr. F.M. Bloemen zegt het bijzonder prettig te vinden
hierop bevestigend te kunnen antwoorden.
De Heer G.J. van der Meer vraagt vervolgens welke instelling
onderhoudsplichtig is voor het toeristisch rijwielpad.
De Heer Mr. F.M. Bloemen antwoordt dat deze instelling de ge
meente Teteringen is.
De Heer G.J. van der Meer zegt, dat een van de vragen, die hij
wilde stellen, reeds is gesteld door de Heer van Pelt, nl. over
de rioolput in de Gouwstraat.
De Heer Mr. F.M. Bloemen zegt dat dit probleem is genoteerd en
door de technische ambtenaar zal worden bekeken.
Hierna sluit de Burgemeester, de Heer Mr. F.M. Bloemen, het
vragenhalfuur