De heer G.J.van der leur zegt tenslotte de heer van der Vcekon en de gebeente-arbeiders te willen bedanken voor de gladheidsbestrijding De heer J.Heimei zegt een vraag te willen stellen over een van de kleinste posten van de begroting. Het betreft, zo zegt hij, de 37.000, die in de be groting bestemd zijn voor cultuur, sport, jeugd en recre atie. Nu meen ik te hebben beluisterd in het antwoord van wethouder Oomen aan de fractievoorzitters, dat het een en ander in verband met het nieuwe sportpark en liet instruc- tiebad nog zal worden verhoogd. Ik wilde vragen of in die 37.000,-- reeds een deel van deze twee projecten begre pen is of dat die 37.000,-- aanmerkelijk zal worden ver hoogd 'Jet houd er J .3 .P.I.Ooncn zegt dat in deze post een bedrag van 2.000,-- aan kapitaalslast en is opgenomen in ver band met de voorbereiding van het nieuwe sportpark. Verder zit er niets in ten behoeve van de twee projecten, zo zegt hij. Wanneer we gaan beginnen mot het instruct!ebad, dan moet er eerst nog een begrotingswijziging worden vastge steld De heer J.Heimei vraagt of deze begrotingswijziging zal drukken op de begroting van dit jaar. Tevens wilde ik vragen, zo zegt hij, hoe groot de uitgavenpost zal zijn. Ik wil wel even toelichten waarom ik dit graag wil weten. Ik vind. van de anderhalf miljoen gulden aan inkomsten maar terug voor cultuur, sport, jeugd cn recreatie. Nu ben ik zo eigenwijs geweest om naar de begroting van onze doodsvijand Breda te kijken en tot mijn dodelijke schrik vond ik daar 8,1%. Toen ben ik gaan rekenen. Stel, dat ik morgenvroeg als inwoner van Breda wakker werd, wat zou ik dan van de inkomsten van Teteringen ad 388,-- per inwoner teruggekregen hebben via de post cultuur enz. Toen kwam ik op een bedrag van 311 - Als ik de 37.000,-- deel door hot inwonertal, dan vind ik slechts 9,--. Dat vind ik een beetje gortig, juist omdat ik uit alle macht aan het zoeken ben naar zinnige argumenten voor de brief aan Gedeputeerde Staten, dat ik het zo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 68