- 6 -
telijke herindeling rond Breda binnen een te eng kader zou
zijn aangemerkt, merken wij op, dat wij de kernen Bavel en
Ulvenhout op Uw suggestie buiten het herindelingsplan heb
ben gelaten. Bij ons schrijven van 2 april 19&9, 6» nr.
64»293, hebben wij bericht, om welke reden wij de kern Dorst
der gemeente Oosterhout niet in ons voorstel hebben betrokken
Op 3 februari j l» hebben wij ons met de dagelijkse besturen
van de gemeenten Prinsenbeek en Terheijden tot Gedeputeerde
Staten gewend met het verzoek ons kopieën van de gevoerde
korrespondentie met betrekking tot deze aangelegenheid te
doen toekomen. Enig antwoord mochten wij nog altijd niet. ont
vangen» Het zij nogmaals betoogd: van een streeksgewijze
herindeling is geen sprake» ^oals Uw Raad zal hebben begre
pen, hebben wij ons bij gebrek aan gegevens geen oordeel
kunnen vormen over de motieven c»q» uitgewerkte studies, die
hebben geleid tot deze negatie van de door de Minister van
Binnenlandse Zaken gestelde richtlijnen, allereerst door de
Minister zelf (Bavel en Ulvenhout) en daarna nog een door
Gedeputeerde Staten (Dorst)»
Het zal Uw Raad bekend zijn, dat in de toekomst de gemeente
Teteringen zal worden omsloten door:
a» in het oosten: de (reeds bestaande) rijksweg 27;
b» in het noorden: de Midden-Brabant-route;
c» in het westen: de spoorlijn Breda-Gorinchem-Utrecht
d» in het zuiden: de onlangs gereedgekomen noordelijke rond
weg om Breda»
Dit zal noodzakelijkerwijs tot gevolg hebben, dat de kern
Teteringen nsi annexatie nimmer zal kunnen uitgroeien in het
stadslichaam van Breda» De nadelige gevolgen hiervan (een be
vroren, afgelegen wijk in plaats van een stadsrandgemeente met
een duidelijke funktie) zullen niet alleen onze inwoners, maar
ook de gehele regio duidelijk schade toebrengen»
Met het in het herindelingsplan gestelde, dat voorkomen moet
worden, dat Breda en Oosterhout aaneengroeien, gaan wij vol
ledig akkoord» Dat uitbreiding van do kern Teteringen in de
hand moet worden gehouden is eveneens duidelijk»
- 7 -